17/9 - Kb2 - Lezen en spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom Kb2B

Weet jij wat deze woorden betekenen? 

1. Betuttelen
2. Synoniem
3. Parasiet

Agenda

Inloop + Absentie -  5 min

Startactiviteit Lezen - 10 min

Kennis opfrissen – 5 min

SPRINT: zelfstandig werken  – 10 min

Nakijken - 5 min

SPRINT: samenwerken - 10 min

Reflectie – 5 min

Startactiviteit: Lezen

Ik ga een stukje lezen uit een bekend boek van de Nederlandse literatuur. Na het lezen gaan we in gesprek wat je ervan vond.

Wat viel je op? Wat vond je ervan? Wat vond je goed/spannend? Of vond je het saai? En waarom is dat? Waar houd je wel van in verhalen, en waar niet van?

Kennis opfrissen: spelling

• Wat is een citaat? En welke leestekens gebruik ik?
• Wat is een zelfstandig naamwoord?
• En wat is dan een bijvoeglijk naamwoord? 
• Bijvoeglijke naamwoorden kun je in korte vorm (zonder -e) en lange vorm (met -e) schrijven...Welke 4 spellingregels moeten we daarbij onthouden? 

- Een ROOD kastje /  Een RODE kast   ...   Een FRIS geurtje / een FRISSE geur

- Een LIEF hondje /  Een LIEVE hond     ...   Een grijs shirt /  De grijze man

Kennis opfrissen: spelling

• De 4 spellingregels voor bijvoeglijke naamwoorden
  

1. F/v-regel     (lief - lieve)
2. S/z-regel    (grijs - grijze)
3. Laatste letter dubbel   (fris - frisse)
4. Klinker weghalen   (traag - trage      zuur - zure)

Zelfstandig werken

We beginnen aan een nieuwe weektaak!

Je werkt eerst zelfstandig.

• Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 230 en 231 (§4 van Cursus 7: Spelling)
• Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 232 en 233 (§5 van Cursus 7: Spelling)

  

Huiswerkcontrole

opdracht 1 t/m 4 (§2)

opdracht 1 t/m 4 (§3)

Nakijken

We kijken klassikaal na:

• Opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 230 en 231 (§4 van Cursus 7: Spelling

Werken aan weektaak

• Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 230 en 231 (§4 van Cursus 7: Spelling)
• Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 232 en 233 (§5 van Cursus 7: Spelling)

Klaar?  

Maak dan ook opdracht 5 en 6 van beide paragrafen

Reflectie

Ik ga iedere les met jullie reflecteren. Dat betekent: jullie mogen zeggen wat je van de les vond. 

• Wat vond je goed gaan? 
• En wat vond je niet goed? 
• Heb je misschien ideeën/tips voor een volgende les? 

Tweede stelling

 Er moet een schooluniform worden ingevoerd!

Iedere groep krijgt 5 minuten om argumenten te bedenken

Daarna debatteren we 5 minuten

De docent geeft de beurt! Wil je reageren? Ga staan!

Derde stelling

Mobieltjes moeten verboden worden op school!

Iedere groep krijgt 5 minuten om argumenten te bedenken

Daarna debatteren we 5 minuten

De docent geeft de beurt! Wil je reageren? Ga staan!

Reflectie

Ging het debat zoals jullie hadden gedacht?

Wat vond je goed gaan? 

Wat kon beter?

Wat zou jij volgende keer anders doen?

Heb je tips hoe we nog beter kunnen debatteren met elkaar?

Welkom T3

Mobiel opbergen in de  telefoontas.

Pak het lesboek alvast er bij.

Weet jij wat deze woorden betekenen? 

1. Geronfobie
2. Annus Horribilis
3. Epibreren

Agenda eerste uur

• Inloop/Absentie - 5 min
• Debatteren - Het jongerenlagerhuis: voorbeeldfilmpje youtube - 10 min
• Even het geheugen opfrissen - 5 min
• Zelfstandig werken: Grammatica H1 - 10 min
• Bespreken opdrachten: 5 min
• Samenwerken - 15 min

Geheugen opfrissen

Wat zijn leestekens? 

Wat is een citaat? 

Hoe noteer je dit correct  n een zin?

Punt, komma, vraagteken, uitroepteken, dubbele punt.

Citeren/citaat: 

1. Jan zei: "Maak JE HUISWERK NOU EENS!"
2. "Morgen ga ik echt leren voor de toets Nederlands!", zei Kyshairo.

Aan de slag: Taalverzorging h1

• H1 grammatica; opdracht 1 tm 5 blz. 30,31
  
• H1 Spelling; Maak opdracht 1 tm 6 op blz. 32 en 33. 

10 minuten zelfstandig aan de slag, dan bespreken we wat opdrachten na. Daarna gaan we samenwerken aan de verdere opdrachten. 

Pak je werkboek op blz.30/31

Werk in je schrift

Zinsdelen: maak opdracht 1 t/m 5