2. Iemand, die in staat is zijn tong op te rollen is in het bezit van het allel R. Een persoon die zijn tong niet kan oprollen (rr) heeft twee zusters, die dit wel kunnen. Zijn beide ouders kunnen dit ook.
Welke genotypen van de ouders en de zusters zijn dan mogelijk?
A. Ouders RR en Rr, zusters RR en/of Rr
B. Ouders Rr en Rr, zusters alleen RR
C. Ouders RR en Rr, zusters alleen Rr
D. Ouders Rr en Rr, zusters RR en/of Rr