Thema 3 Genetica herhaling

Thema 3 genetica 
HERHALING
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3 genetica 
HERHALING

Slide 1 - Slide

Planning
Herhaling thema 3

Oefentoets

Slide 2 - Slide

BS1 Feno- en genotype
  • Fenotype: alle waarneembare eigenschappen individu
  • Genotype: informatie voor alle erfelijke eigenschappen

Slide 3 - Slide

Chromosomen
  • 22 gelijke chromosomenparen (autosomen), 1 paar geslachtschromosomen
  • Weergegeven in een karyogram

Slide 4 - Slide

DNA
  • Vier nucleotiden (fosfaatgroep, desoxyribose, stikstofbase)
  • A-T, C-G basenparing

Slide 5 - Slide

Genen en allelen
  • Gen = deel chromosoom, bevat informatie over erfelijke eigenschap
  • Variatie in DNA-sequentie zorgt voor verschillende vormen gen (allelen)

Slide 6 - Slide

Genen en allelen

Slide 7 - Slide

BS 2

Slide 8 - Slide

Homozygoot: DD/dd - heterozygoot: Dd

Slide 9 - Slide

Onvolledig dominant
  • Het recessieve allel komt een beetje tot uiting in het fenotype
  • Geeft een intermediair fenotype

Slide 10 - Slide

Intermediair
  • Geen van beide allelen is recessief, komen beide tot uiting
  • Allelen aangegeven als superscript van een gekozen letter

Slide 11 - Slide

Codominant
  • Beide allelen komen volledig tot uiting
  • Allelen aangegeven als superscript van een gekozen letter

Slide 12 - Slide

Monohybride kruisingen
  • Overerving van één eigenschap, waarbij één genenpaar betrokken is
  • Ouders met letter P, nakomelingen F1, hun nakomelingen F2
  • Allelen aangegeven met een enkele gekozen letter

Slide 13 - Slide

P: heterozygoot
FGenotype: 1 : 2 : 1
FFenotype: 3 : 1

Slide 14 - Slide

Recessief
Ouders hebben een recessieve aandoening/eigenschap niet, maar een kind wel. Ouders moeten heterozygoot zijn.

Slide 15 - Slide

BS 4: Geslachtschromosomen

Slide 16 - Slide

X-chromosomale overerving
  • Genen die alleen op het X-chromosoom voorkomen
  • Allelen aangegeven als superscript van de letter X

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

BS 5: Dihybride kruising

Meerdere genen op verschillende chromosomen betrokken.

G=groene schil
g=gele schil

Y=gele zaden
y=groene zaden

Slide 20 - Slide

BS 6: Multipele allelen
  • Voor een eigenschap zijn meer dan twee allelen mogelijk binnen een populatie

Slide 21 - Slide

Letale factoren
  • Allel dat in homozygote toestand geen levensvatbare nakomelingen oplevert
  • Ratio fenotypen in F1 is 
    2 : 1 (Aa : aa of Aa : AA)

Slide 22 - Slide

Gekoppelde overerving
  • Dihybride kruising met twee genenparen op hetzelfde chromosoom, deze erven vaak gezamelijk over

Slide 23 - Slide

Oefentoets
Volgende les bespreken

Let goed op de uitwerkingen!

Slide 24 - Slide