Les 2 grammatica (woordsoorten: lidwoord zelfstandig naamwoord)

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: lees uit je leesboek
Een leesboek
Nieuw Nederlands boek
Schrift en pen
timer
15:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: lees uit je leesboek
Een leesboek
Nieuw Nederlands boek
Schrift en pen
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Jeugdjournaal
Bedenk 2 inhoudelijke vragen
(waarop je zelf het antwoord ook weet)

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Mededelingen
2. Terugblik op de vorige les
3. Lesdoelen
4. Woordsoorten
5. Numo
6.  Huiswerk en evaluatie

Slide 3 - Slide

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten?
Wie moet er nog een toets inhalen?

Slide 4 - Slide

Terugblik
1. Ik weet wat woordsoorten zijn.
2. Ik kan het werkwoord uit een zin halen.

Slide 5 - Slide

Huiswerk bespreken
 1 t'm 6 (blz. 198)

Slide 6 - Slide

Lesdoelen

1. Ik kan het lidwoord uit een zin halen.
2. Ik kan het zelfstandig naamwoord uit de zin halen.

Slide 7 - Slide

Woordsoorten
Elk woord heeft los in de zin een functie. Elk woord hoort dus bij een ander woordsoort. 

Slide 8 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Voorkennis activeren
- Werk in stilte aan het werkblad
- Vragen? Steek je vinger op
- Klaar? Lezen in je leesboek
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Lidwoord

Blz. 204
Er zijn drie lidwoorden: de, het en een. Deze horen altijd bij een zelfstandig naamwoord.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Oefenen
1. De uitnodiging heb ik gisteren al verstuurd. 
2. Voor de opdracht mogen de leerlingen samenwerken.
3. Voor het huis van de buren heeft de buurman een boom gezet.
timer
0:30

Slide 12 - Slide

Antwoorden
1. De uitnodiging heb ik gisteren al verstuurd.
2. Voor de opdracht mogen de leerlingen samenwerken.
3. Voor het huis van de buren heeft de buurman een boom gezet.

Slide 13 - Slide

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier plant of ding.
Het heeft meestal een enkelvoud en een meervoud
Ook kan je er een verkleinwoord van maken en een lidwoord voor zetten. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Oefenen
1. Deze opdracht is een alternatief voor de andere opdracht.
2. Na de zomer blijft het altijd nog even warm.
3. Jan pakt zijn blauwe rugzak en gaat zitten op zijn plek.
timer
1:00

Slide 16 - Slide

Antwoorden
1. Deze opdracht is een alternatief voor de andere opdracht.
2. Na de zomer blijft het altijd nog even warm.
3. Jan pakt zijn blauwe rugzak en gaat zitten op zijn plek.

Slide 17 - Slide

Werkblad bespreken

Slide 18 - Slide

Zelfstandig aan de slag
- Maak de opdrachten in stilte
- Opdracht: 1 t/m 6 vanaf blz. 202
- Vragen? Steek je vinger op
- Klaar? Ga aan de slag in Numo

timer
20:00

Slide 19 - Slide

Numo
Ga in stilte aan de slag met je taak.
timer
15:00

Slide 20 - Slide

Lesdoelen

1. Ik kan het lidwoord uit een zin halen.
2. Ik kan het zelfstandig naamwoord uit de zin halen.

Slide 21 - Slide

Evaluatie
Wat ging er goed deze les? 
Wat ging er minder goed?
Wat heb ik geleerd?

Slide 22 - Slide