Bijwoord 1 havo 5 oktober

Welkom!
Leg NieuwNederlands alvast op tafel.



Huiswerk gelukt?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg NieuwNederlands alvast op tafel.



Huiswerk gelukt?

Slide 1 - Slide

programma
- startopdracht;
- huiswerk nakijken - het zelfstandig naamwoord en het lidwoord: oefeningen maken op je laptop.
- lesson up: herhaling alle onderdelen + nieuwe lesstof (  bijwoord);
zelfstandig oefenen op je laptop voor de S.O. van aanstaande maandag. 


Slide 2 - Slide

Herhaling
> ZN
> LW
> BN
> WW
> VNW
> VZ
Hoe zat het ook alweer?

Slide 3 - Slide

Wat is het zelfstandig werkwoord: Minoes zou graag 's nachts over de daken willen lopen.
A
zou
B
willen
C
lopen

Slide 4 - Quiz

wat is het zww: Heb jij een voldoende gehaald voor de toets?
A
heb
B
gehaald

Slide 5 - Quiz

wat is het zww: Moet je de volgende keer misschien beter leren?
A
moet
B
leren

Slide 6 - Quiz

Vandaag: bijwoord (BW)
Wat weet je al?

Slide 7 - Slide

Doel van vandaag
Je leert een bijwoord herkennen en kunt het benoemen in een zin.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Bijwoord

Zegt iets over een ander woord dan het zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld een:

- Werkwoord

- Ander bijwoord

- Bijvoeglijk naamwoord

- Een hele zin


Slide 10 - Slide

Voorbeelden

- Zij is een heel  aardige vrouw.

- Zij woont in het huis hiernaast.

- Zij zaten allemaal buiten.

- Misschien doe ik het.

Slide 11 - Slide

Hij tekent een BIJZONDER mooie auto.
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Quiz

VANAVOND ga ik naar de film.
A
bijwoord
B
voorzetsel
C
bijv. nw
D
zelfst. nw

Slide 13 - Quiz

OEFENEN MET ALLE VORMEN

Slide 14 - Slide

De pen zit IN het bakje.
A
bijwoord
B
hulp ww
C
voorzetsel
D
zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Quiz

Het GROENE bankje staat op het gras.
A
voorzetsel
B
lidwoord
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Quiz

Het groene BANKJE staat op het gras.
A
bijwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
persoonlijk vnw

Slide 17 - Quiz

Het HELE groene bankje staat op het gras
A
bijwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
hulpwerkwoord

Slide 18 - Quiz

Ik HEB gisteren heerlijk geslapen!
A
bijwoord
B
zelfst. ww
C
hulp ww
D
voorzetsel

Slide 19 - Quiz

Ik kijk uit HET raam.
A
bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijwoord

Slide 20 - Quiz

Het groene bankje staat OP het gras.
A
voorzetsel
B
lidwoord
C
bijwoord
D
onbepaald vnw

Slide 21 - Quiz

In de zin 'Waar ga jij naartoe op je skateboard?' is het woord WAAR een:
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bijwoord
C
voorzetsel
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 22 - Quiz

Gisteren heeft het hele mooie meisje huiswerk gemaakt?
Noteer van alle woorden de woordsoorten

Slide 23 - Open question

Bijwoord
- Geeft een plaats/richting aan:  hier, daar, rechts, nergens
- Geeft een tijd aan: nu, soms, vanavond
- Geeft een reden/oorzaak: daarom, vandaar, hierdoor, daardoor
- Geeft een vraag aan: hoe, waar, waardoor, waarom, wanneer
- Onzekerheid: ongetwijfeld, vast, wel, misschien, vermoedelijk
- Ontkenning: niet, nooit, nimmer


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

pak je boek:
- Lees het groene blokje op blz. 226 even door ter herhaling

- Maak opdracht 1, 2 en 3 op blz. 226-227. (=huiswerk)



Slide 26 - Slide