What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3A Révision le passé composé 2022-2023
Vous allez lire un petit dialogue.
Puis, vous répondriez à la question suivante:
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vous allez lire un petit dialogue.
Puis, vous répondriez à la question suivante:
Slide 1 - Slide
Lis le dialogue.
Slide 2 - Slide
Le dialogue se déroule ...
A
AVANT les vacances
B
APRÈS les vacances
C
PENDANT les vacances
Slide 3 - Quiz
On utilise donc quel temps?
A
L'indicatif présent
B
Le passé composé
C
Le futur proche
D
Le futur simple
Slide 4 - Quiz
On utilise
le passé composé
pour parler du passé.
Ik ben geweest
We hebben gezwommen
...
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Indique les verbes conjugués au passé composé.
Slide 7 - Slide
Regardons. Quelle est la différence entre le blue et le vert?
Slide 8 - Slide
Regarde les phrases suivantes:
j'ai mangé / nous sommes allés
Uit welke twee delen bestaat 'le passé composé' ook alweer?
A
infinitief + voltooid deelwoord
B
voltooid deelwoord + werkwoord
C
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
Slide 9 - Quiz
Le passé composé bestaat dus steeds uit
twee delen
:
hulpwerkwoord
(auxiliare) +
voltooid deelwoord
(participe passé)
Slide 10 - Slide
DEEL 1: HULPWERKWOORD
Il y a seulement 2 auxiliaires (= hulpwerkwoorden).
Lesquels?
A
avoir + être
B
aller + venir
C
avoir + venir
Slide 11 - Quiz
Hoe weet je of je avoir of être nodig hebt als hulpwerkwoord?
A
Slechts enkele werkwoorden gebruiken avoir als hulpwerkwoord, al de rest is met être
B
Slechts enkele werkwoorden gebruiken être als hulpwerkwoord, al de rest is met avoir
Slide 12 - Quiz
HULPWERKWOORD ÊTRE?
Slechts enkele werkwoorden (16-tal) worden met être vervoegd.
De werkwoorden uit het HUISJE VAN ÊTRE / MAARTEN
Wederkerige werkwoorden (= verbe pronominal) = werkwoord met 'se' voor (bv. se laver)
Slide 13 - Slide
DEEL 2: VOLTOOID DEELWOORD
HOE VORM JE EEN INFINITIEF OM NAAR EEN VOLTOOID DEELWOORD?
BIJ DE REGELMATIGE WERKWOORDEN:
-ER ==>
-IR ==>
- RE==>
Slide 14 - Slide
DEEL 2: VOLTOOID DEELWOORD
HOE VORM JE EEN INFINITIEF OM NAAR EEN VOLTOOID DEELWOORD?
BIJ DE ONREGELMATIGE WERKWOORDEN:
être, aller, mourir, naître,...?
Slide 15 - Slide
Als het hulpwerkwoord être is ...
Wat mag je niet vergeten???
Slide 16 - Open question
Als het hulpwerkwoord être is ...
masculin
féminin
singulier
/
+ s
pluriel
+ e
+ es
Slide 17 - Slide
(stappenplan + schema extra bundel)
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Destination: voyage cours 2
February 2024
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
20.2- herhaling pouvoir + vouloir + sortir + partir + reg. ww op er
May 2024
- Lesson with
50 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3TL Regelmatige werkwoorden les 2 Passé composé
September 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H.2 Passé Composé
December 2020
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H.2 Passé Composé
3 days ago
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
26-9 pratiquer verbes
September 2022
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
3TL Regelmatige werkwoorden les 2 Passé composé
May 2021
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
PC avoir en être
September 2024
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2