Verwijswoord 'wat'
1. Je gebruikt wat na: dat, datgene, alles, niets en iets
Alles wat ik wil. antecedent: alles
Iets wat onmogelijk is. antecedent: iets
2. Na de overtreffende trap gebruik je ook wat:
Het mooiste wat er is. antecedent: mooiste
Het leukste wat ik gezien heb. antecedent: leukste
Het is het leukste boek dat ik gelezen heb. → dat verwijst hier naar boek en niet naar leukste.