This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Vandaag
Belangrijkste punten 6.3 tm 6.6
wat moet je kennen van gedrag
Vragen theorie hoofdstuk 5 en 6.1, 6.2?
Leren theorie TW3
Slide 1 - Slide
Belangrijkste punten gedrag
Slide 2 - Slide
Uitwendige prikkels
Inwendige prikkels
licht
kou
dorst
geur
geluid
honger
spierpijn
hormonen
Slide 3 - Drag question
Motivatie voor een bepaald gedrag wordt bepaald door:
A
alleen externe prikkels
B
alleen interne prikkels
C
sleutelprikkels
D
door interne en externe prikkels
Slide 4 - Quiz
Wat is waar?
Hieronder twee beweringen over motivatie:
1. Motivatie is altijd even sterk, maar wel afhankelijk per soort
2. Motivatie is in sterkte afhankelijk van b.v. interne prikkels
A
Geen van beiden waar
B
Alleen bewering 1 is waar
C
Alleen bewering 2 is waar
D
Beiden waar
Slide 5 - Quiz
Wanneer wordt bepaald gedrag getoond?
A
Als prikkels boven de drempelwaarde uit komen
B
Bij een sterkte discipline
C
Bij gebrek aan motivatie
D
Als prikkels onder de drempelwaarde blijven
Slide 6 - Quiz
Geluiden, geuren en kleuren kunnen prikkels zijn die bij dieren leiden tot bepaald gedrag. Welke van deze prikkels kunnen een rol spelen bij het voortplantingsgedrag van dieren?
A
alleen geluiden en geuren
B
alleen geuren en kleuren
C
alleen geluiden en kleuren
D
zowel geluiden, als geuren en kleuren
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
sleutelprikkel
sleutelprikkel = prikkel die altijd hetzelfde gedrag tot gevolg heeft
respons (reactie) op sleutelprikkel is aangeboren
Slide 11 - Slide
Supernormale prikkel
Bepaalde sleutelprikkel (vaak de uitvergrote variant van de normale sleutelprikkel) die leidt tot een extra sterke respons.
Slide 12 - Slide
Supernormale prikkel
Meeuwenjong pikt naar rode vlek op snavel
vlekjes
grootte
kleur
Scholekster kiest voor groot ei
Slide 13 - Slide
Vormen van aangeleerd gedrag
Inprenting
Gewenning
Conditioneren (klassiek en operant)
Proefondervindelijk/trial and error
Imitatie
Inzicht
(balts)
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Hoe noem je leren door gedrag te belonen en/of te straffen?
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering
Slide 22 - Quiz
Hoe noem je leren tijdens een korte (gevoelige) periode?
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering
Slide 23 - Quiz
Hoe noem je deze manier van leren?
A
Trial and error
B
Inzichtelijk leren (inzicht)
C
Gewenning
D
Conditionering
Slide 24 - Quiz
Een chimpansee bevindt zich in een ruimte met een tros bananen aan het plafond. In de ruimte bevonden zich enkele kisten. Zie afbeelding:
hoe noem je deze manier van leren?
A
Inprenting
B
Inzichtelijk leren (inzicht)
C
Imititatie
D
Gewenning
Slide 25 - Quiz
Politiepaarden worden getraind met vuur en harde knallen. Hierdoor schrikken ze niet meer. Welke manier van leren is dit?
A
Conditionering
B
Imitatie
C
Gewenning
D
Inprenting
Slide 26 - Quiz
Deze jonge ganzen zien de man als hun ouder.
Hoe noem je deze manier van leren?
A
Inprenting
B
Gewenning
C
Conditionering
D
Inzichtelijk leren (inzicht)
Slide 27 - Quiz
Met welke term uit de ethologie zou je het gedrag van de watervlooien kunnen omschrijven als zij op willekeurige wijze op zoek zouden gaan naar plekken met een hogere zuurstofconcentratie?
A
Gewenning
B
Inzicht
C
Klassieke conditionering
D
Trial and error
Slide 28 - Quiz
Op weg naar huis stopt Karel voor het rode stoplicht. Door welk leerproces heeft hij geleerd te stoppen?
A
Inprenting
B
Gewenning
C
Trial and error
D
Conditionering
Slide 29 - Quiz
Wanneer een muis plotseling een hard geluid hoort, vertoont hij een schrikreactie. Hoe vaker je dit herhaalt, hoe minder sterk de schrikreactie. Welke manier van leren is dit?
A
Gewenning
B
Trial and error
C
Conditionering
D
Inprenting
Slide 30 - Quiz
Wanneer een hond wordt aangeleerd om bijvoorbeeld drugs op te sporen, krijgt hij een beloning wanneer hij het goed heeft gedaan. Welke manier van leren is dit?