What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Aanwijzende voornaamwoorden
Thema 2 les 5
Je leert wat een aanwijzend voornaam woord is.
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Thema 2 les 5
Je leert wat een aanwijzend voornaam woord is.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Lidwoorden
de het een --> zijn lidwoorden
de stoel het huis
de computer het boek
de kast het bed
Slide 3 - Slide
bedenk zoveel
mogelijk de - woorden
Slide 4 - Mind map
bedenk zoveel
mogelijk het - woorden
Slide 5 - Mind map
Aanwijzend voornaamwoorden
Een aanwijzend voornaamwoord wijst (bijna) letterlijk iets of iemand aan.
Deze
ketting vind ik het mooist.
Dit
meisje zoekt informatie op het internet.
Wie is de schrijfster van
dat
boek?
Ik vind
die
schoenen mooi.
Slide 6 - Slide
Onthouden!
Weet je niet zeker of je dat, dit, die of deze moet gebruiken?
Bij de-woorden gebruik je altijd die of deze.
Bij het-woorden gebruik je altijd dat of dit.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de volgende zin:
In die winkel verkopen ze kleding.
A
In
B
die
C
verkopen
D
ze
Slide 9 - Quiz
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de volgende zin?
Dit schilderij is erg mooi.
A
Dit
B
schilderij
C
is
D
erg
Slide 10 - Quiz
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de volgende zin?
Deze schoenen zijn te klein.
A
Deze
B
schoenen
C
zijn
D
te
Slide 11 - Quiz
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de volgende zin?
De tandpasta ligt op dat plankje.
A
De
B
tandpasta
C
ligt
D
dat
Slide 12 - Quiz
Welk aanwijzend voornaamwoord past erbij?
het hoofddeksel
kies uit: die of dat
Slide 13 - Open question
Welk aanwijzend voornaamwoord past erbij?
de kast
kies uit: die of dat
Slide 14 - Open question
Welk aanwijzend voornaamwoord past erbij?
het vlaggetje
kies uit: deze of dat
Slide 15 - Open question
Welk aanwijzend voornaamwoord past erbij?
het gezicht
kies uit: dit of die
Slide 16 - Open question
Welk aanwijzend voornaamwoord past erbij?
het montuur
kies uit: deze of dit
Slide 17 - Open question
Bedenk zelf een zin met een aanwijzend voornaamwoord.
Die, deze, dit of dat.
Slide 18 - Open question
Ik begin de aanwijzende voornaamwoorden te begrijpen...
A
Ja, helemaal!
B
Ja, een beetje.
C
Nee, het is nu nog een beetje lastig.
D
Nee, nog niet.
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
Aanwijzende voornaamwoorden
November 2023
- Lesson with
18 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Herhalingstoets Nederlands
December 2020
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Lidwoorden aanwijzend voornaamwoorden
January 2023
- Lesson with
50 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhaling voornaamwoorden
May 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Lidwoorden aanwijzend voornaamwoorden
June 2023
- Lesson with
41 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Woordsoorten 3TL
May 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
FOCUS 2 - De voornaamwoorden
June 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
52. Thema 7, week 1 Les 2: Aanwijzend voornaamwoord
September 2024
- Lesson with
39 slides
Taal
Basisschool
Groep 7