Bindmiddelen

1 / 27
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Modificeren betekent:

A
oplossen
B
inruilen
C
veranderen
D
indrogen

Slide 13 - Quiz

Alginen hebben een zeer hoog waterbindend vermogen.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Waar is Lecithine allemaal terug te vinden?

Slide 15 - Open question

Zetmeel is opgebouwd uit lange ketens koolhydraten.
Deze koolhydraten zijn: amylose en....
A
amylopectine
B
glucose
C
maltose
D
sachharose

Slide 16 - Quiz

Gemodificeerd melkeiwit heeft een waterbindend, schuimvormend en emulgerend vermogen.
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quiz

Tarwezetmeel is een basisgrondstof in mixen voor geleroom en puddingen.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quiz

Zetmeel is onoplosbaar in koud water.
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

Pectine is een (samengesteld) ……..

Slide 20 - Open question

.......... gram goede gelatine kan ca. 1000 gram water binden.
A
50
B
20
C
30
D
100

Slide 21 - Quiz

De stoffen carrageen en agar-agar zijn:
A
twee mineralen
B
vetachtige stoffen
C
eiwitsoorten
D
zetmeelsoorten

Slide 22 - Quiz

Bindmiddelen zijn producten op basis van:

Slide 23 - Open question

Gelatine wordt bereid uit ........................... afkomstig van beenderen van slachtdieren.
A
caseïne-eiwit
B
globuline-eiwit
C
albumine-eiwit
D
collageeneiwit

Slide 24 - Quiz

C.M.C. wordt vaak toegevoegd aan:

Slide 25 - Open question

Na verhitting en afkoeling wordt pectine met vocht een transparant gebonden massa.
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quiz

Wanneer een zetmeelbinding ...................... noem je dat retrogradatie.
A
uitdroogt
B
vocht loslaat
C
vocht opneemt
D
hard wordt

Slide 27 - Quiz