This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Vraag en aanbod: H1 De vraag naar producten
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is het verschil tussen substitutiegoederen en complementaire goederen?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Stel de prijs voor een kroket is € 2. Bereken het consumentensurplus.
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
De prijs van een MP3 speler daalde vroeger van € 250 naar € 200. De vraag steeg daardoor van 850 naar 1.000 stuks. Bereken de prijselasticiteit van de vraag. Geef daarbij ook aan of het elastisch of inelastisch is.
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
De prijselasticiteit van ondernemer Laura is -0,4. Zij overweegt om de prijs van haar producten te laten stijgen in de hoop dat daarmee haar omzet omhoog gaat. Heeft zij gelijk? Leg je antwoord uit.
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Als het inkomen stijgt van € 1.500 naar € 2.000, stijgt de gevraagde hoeveelheid met 8%. Bereken de inkomenselasticiteit van de vraag. Kies uit de opties: Dit product is een noodzakelijk/luxe/inferieur goed.