What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets LE11-12 TLK
Welk stofje zorgt er voor dat je kunt bewegen?
A
Creatine
B
Koolhydraten
C
ATP
D
Vet
1 / 34
next
Slide 1:
Quiz
tlk
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welk stofje zorgt er voor dat je kunt bewegen?
A
Creatine
B
Koolhydraten
C
ATP
D
Vet
Slide 1 - Quiz
ATP staat voor ?
A
Adenosine Tri Fosfaat
B
Adrenaline Tri Poortaan
C
Atrceline Tri Fosfaat
Slide 2 - Quiz
Met welk substraat kun je ATP maken
A
Creatine Fosfaat
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Allen zijn juist
Slide 3 - Quiz
Welk proces is GEEN proces om ATP te vormen?
A
Aeroob
B
Anaeroob Lactisch
C
Anaeroob a-lactisch
D
Aeroob Lactisch
Slide 4 - Quiz
Welk proces is met voldoende zuurstof?
A
Aeroob
B
Anaeroob Lactisch
C
Anaeroob a-lactisch
D
Aeroob Lactisch
Slide 5 - Quiz
Bij welk proces verzuur je?
A
Aeroob
B
Anaeroob Lactisch
C
Anaeroob a-lactisch
D
Aeroob Lactisch
Slide 6 - Quiz
Welk systeem gebruik je voor een korte, explosieve inspanning?
A
Aeroob
B
Anaeroob Lactisch
C
Anaeroob a-lactisch
D
Aeroob Lactisch
Slide 7 - Quiz
Met welk substraat kun je ATP maken
A
Creatine Fosfaat
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Allen zijn juist
Slide 8 - Quiz
Welke stelling is juist over:
CREATINE FOSFAAT
A
Lichaam maakt het zelf aan
B
Geeft heel snel energie
C
Na 20-30 sec op.
D
Allen zijn juist
Slide 9 - Quiz
Welke stelling is juist over:
KOOLHYDRATEN
A
Kan zowel Aeroob als Anaeroob verbrand worden.
B
Wordt bij meeste sporten gebruikt.
C
Opgeslagen in lever en spieren
D
Allen zijn juist
Slide 10 - Quiz
Welke stelling is juist over:
VETTEN
A
Geeft snel energie
B
Kan Anaeroob verbrand worden
C
Bij langdurige inspanningen
D
Allen zijn juist
Slide 11 - Quiz
Wat zijn de trainingspijlers?
A
Techniek, tactiek, conditie, mentaal
B
Kracht, snelheid, UHV, lenigheid
C
Techniek en coordinatie
Slide 12 - Quiz
Wat zijn de 4 onderdelen van conditie?
A
Techniek, tactiek, conditie, mentaal
B
Kracht, snelheid, UHV, lenigheid
C
Techniek en coordinatie
Slide 13 - Quiz
Wat is de anaerobe drempel?
A
Intensiteit waarop verbranding anaeroob wordt
B
Intensiteit waarop je van vet over gaat op KH
C
Drempel wanneer je CP verbrand
Slide 14 - Quiz
Lactaat ophoping is een ander woord voor?
A
Koolhydraten
B
Verzuring
C
Inspanning
D
Intensiteit
Slide 15 - Quiz
Noem het juiste energiesysteem:
100m sprint
A
Anaeroob a-lactisch
B
Anaeroob lactisch
C
Aeroob
Slide 16 - Quiz
Noem het juiste energiesysteem:
Marathon
A
Anaeroob a-lactisch
B
Anaeroob lactisch
C
Aeroob
Slide 17 - Quiz
Noem het juiste energiesysteem:
400m (ronde atletiekbaan)
A
Anaeroob a-lactisch
B
Anaeroob lactisch
C
Aeroob
Slide 18 - Quiz
Wat bepaald welk energieshysteem je gebruikt?
A
Intensiteit
B
Omvang
C
Intensiteit & Omvang
D
Waar je zin in hebt
Slide 19 - Quiz
LE11 'Energiesystemen' snap ik
A
Helemaal niet
B
Een beetje
C
Voldoende
D
Goed
Slide 20 - Quiz
Welke onderwerpen moet ik me nog meer in verdiepen?
Slide 21 - Mind map
Wat is Vo2Max
A
ademfrequentie
B
Maximale zuurstofopname (per kg lichaamsgewicht)
C
hartslag tijdens rust
D
maximale hartslag tijdens het sporten
Slide 22 - Quiz
Een sporter doet 10 squats met 50kg.
Dit is een voorbeeld van:
A
Statische kracht
B
Dynamische kracht
Slide 23 - Quiz
het trainingseffect van algemeen uithoudingsvermogen is voornamelijk:
A
op spierniveau
B
cardio-pulmonaal
C
neuro-musculair
D
metabolisch
Slide 24 - Quiz
cardio-pulmonaal staat voor
A
hart en longen
B
hart en bloedvaten
C
spieren
Slide 25 - Quiz
De hoeveelheid bloed die iedere 60 sec rondgepompt word noemen we:
A
slagvolume
B
slagfrequentie
C
hartslag
D
hart minuut volume
Slide 26 - Quiz
bij welke vorm van kracht lever je Zoveel mogelijk kracht in een korte tijd
A
Kracht - UHV
B
maximale kracht
C
explosieve kracht
D
snelheid
Slide 27 - Quiz
Wanneer je trainingsdoel hypertrofie is dan wil je:
A
meer FT vezels rekruteren
B
de spierdikte vergroten
C
intramusculaire coördinatie verbeteren
Slide 28 - Quiz
INTERmusculaire coordinatie gaat over:
A
de samenwerking tussen verschillende spieren
B
de samenwerking binnen een spier
Slide 29 - Quiz
Welk type spiervezel heeft een groter uithoudingsvermogen?
A
Slow twitch spiervezels (type I)
B
Fast twitch spiervezels (type II)
Slide 30 - Quiz
Bij cyclische snelheid is er sprake van
A
een continue beweging
B
eenmalige beweging
Slide 31 - Quiz
Dafne schippers loopt een 100m sprint. Dit is een voorbeeld van:
A
Cyclische snelheid
B
a-cyclische snelheid
Slide 32 - Quiz
Bij specifieke lenigheid kijk je naar:
A
Beweegelijkheid van belangrijkste gewrichten
B
Lenigheid die nodig is binnen een sport
Slide 33 - Quiz
Wat zijn de belangrijkste trainingseffecten van krachttraining?
A
Spierdiktegroei (hypertrofie)
B
Inter-musculaire coordinatie
C
Intra-musculaire coordinatie
Slide 34 - Quiz
More lessons like this
Oefentoets TLK energiesystemen
January 2021
- Lesson with
12 slides
tlk
MBO
Studiejaar 2
Oefenvragen Energiesystemen van de Mens, Albeda Sportcollege
November 2023
- Lesson with
21 slides
tlk
MBO
Studiejaar 2
Bootcamp + Fitness
May 2024
- Lesson with
36 slides
Lichamelijke opvoeding
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1,2
Energiesystemen Voeding
March 2024
- Lesson with
29 slides
Basisvoeding
MBO
Studiejaar 1
Trainingskunde Online
April 2022
- Lesson with
26 slides
Trainingskunde
MBO
Studiejaar 2
Trainingskunde LE12
January 2022
- Lesson with
40 slides
Trainingskunde
MBO
Studiejaar 2
T&G Periode 5 les 2 Herhaling leerjaar 1 (2)
July 2020
- Lesson with
27 slides
T&G
MBO
Studiejaar 2
T&G Periode 5 Herhalingles
October 2022
- Lesson with
30 slides
T&G
MBO
Studiejaar 2