Taalverzorging 1.8 Les 1 en 2

Welkom
Leg klaar:
je leesboek
je leerwerkboek deel A
je pen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom
Leg klaar:
je leesboek
je leerwerkboek deel A
je pen

Slide 1 - Slide

timer
10:00
Les 1

Slide 2 - Slide

Planning
  • Planning komende periode
  • Studiewijzer
  • Herhalen woordsoorten leerjaar 1 en 2 / soorten ww
  • Aan de slag
  • Afsluiting van de les

Slide 3 - Slide

Komende periode
  • vrijdag 1 maart SO werkwoordspelling
  • woensdag 27 maart toets grammatica 

Studiewijzer bekijken

Slide 4 - Slide

Taalverzorging (p. 68)

Slide 5 - Slide

Wat weet je van ...
lw              wkww
bn                                            wvn
zn                     psv                            htw
vz                    bzv                                 rtw
hww                         av
zww           vrv
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

 Staat nooit alleen in een zin. Kan bij ng en wg
zijn, worden, blijven, etc.
werken, kopen, spelen, etc. 
Ik koop een boek.
Ik ben lang.
p. 71/72

Slide 8 - Slide

Wederkerende werkwoorden (p. 72)
Wederkerend = letterlijk 'terugkerend', komt terug.

Het werkwoord (wkww) slaat terug op het onderwerp.

Wij vergissen ons vaak.
Hij herinnert zich de afspraak.

Slide 9 - Slide

wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Ik schaam me
Jij wast je
U vergist zich
Hij/zij/het gedraagt zich
Wij schamen ons
Jullie wassen je
Zij vergissen zich
Wederkerig voornaamwoord is er maar 1: elkaar/elkaars.

We zien elkaar volgende week.

Slide 10 - Slide

Werkmoment
1.8: maak opdracht 1 en kijk na.
  • Vijf of minder fouten in woorden benoemen? Maak: 8a (alleen psv/bzv), 10a, 14 en 18.
  • Meer fouten? Maak zoals hierboven en vul aan met de woordsoorten die jij lastig vindt.

Klaar? Werkwoordspelling. Week 6: oefeningen 1, 2 en 3.





Slide 11 - Slide

Vooruitblik


Volgende les verder 
met woordsoorten benoemen.

Slide 12 - Slide

Welkom
Leg klaar:
je leesboek
je leerwerkboek deel A
je pen

Slide 13 - Slide

timer
10:00
Les 2

Slide 14 - Slide

Planning
  • Toetsje werkwoordspelling
  • Uitleg bepaald en onbepaald telwoord
  • Aan de slag / herhalen soorten werkwoorden
  • Afsluiting van de les

Slide 15 - Slide

Het was de hele dag drukkend heet geweest en 's avonds (weerlichten) het aan alle kanten.

Slide 16 - Open question

Als je een woord een paar keer opschrijft, (onthouden) je het veel beter.

Slide 17 - Open question

Haarlem werd in 1573 moedig (verdedigen), maar toch moest de stad zich ten slotte overgeven.

Slide 18 - Open question

Als je die moeilijke woorden maar vaak genoeg (herhalen), zul je ze ten slotte wel foutloos schrijven.

Slide 19 - Open question

Wie (leiden) momenteel jonge mensen op voor het middenstandsdiploma?

Slide 20 - Open question

Als je het eten goed kauwt, (verteren) het beter.

Slide 21 - Open question

Hij deed wel zijn best, maar hij (evenaren) zijn voorganger niet.

Slide 22 - Open question

Het oordeel dat hij over het concert velde, (pleiten) niet voor zijn muzikaliteit.

Slide 23 - Open question

Je zult later meer aan dit boek hebben dan je nu (vermoeden).

Slide 24 - Open question

Waarom (vermelden) je in je brief niet waar we inlichtingen kunnen inwinnen?

Slide 25 - Open question


Hoofdtelwoorden (htw)
 => hoeveelheid.

Ik heb er....
  • drie
  • zevenhonderd
  • veel
  • (een) paar

Rangtelwoorden (rtw)
=> rangorde

Ik sta als .... in de rij.
  • eerste
  • zesde
  • laatste
  • zoveelste
Telwoorden (tw / p. 74)

Slide 26 - Slide


Hoofdtelwoorden (htw)
 => hoeveelheid.
Bepaald: precies
  • drie
  • zevenhonderd
Onbepaald: niet precies
  • veel
  • (een) paar

Rangtelwoorden (rtw)
=> rangorde
Bepaald: precies
  • eerste
  • zesde
Onbepaald: niet precies
  • laatste
  • zoveelste
Telwoorden (tw / p. 74)

Slide 27 - Slide

Werkmoment
1.8: maak opdracht 1 en kijk na.
  • Vijf of minder fouten in woorden benoemen? Maak: 8a (alleen psv/bzv), 10a, 14 en 18.
  • Meer fouten? Maak zoals hierboven en vul aan met de woordsoorten die jij lastig vindt.

Klaar? Werkwoordspelling. Week 6: oefeningen 1, 2 en 3.





Bekijk overzicht
studiewijzer

Slide 28 - Slide

Soorten werkwoorden
  1. Onderstreep alle werkwoorden in de zin. 
  2. Meer dan 1 werkwoord? Persoonsvorm is hww.
  3. Zwabbels HdV? Wisseltruc? Ja, ja => kww.
  4. Doe-werkwoord => zww.

Combinaties:  zww (eventueel met hww's)
                       kww (eventueel met hww's)

Slide 29 - Slide

Even oefenen
Zo zal een voetballer de beste resultaten behalen.

  1. Alle werkwoorden onderstrepen.
  2. Meer dan 1 ww? PV is hww.
  3. Zwabbels HdV? Wisseltruc? Ja, ja => kww.
  4. Doe-werkwoord => zww.
kunnen

Slide 30 - Slide

Even oefenen
In de voetballerij lijken niet alle ploegen even sterk te zijn.

  1. Alle werkwoorden onderstrepen.
  2. Meer dan 1 ww? PV is hww
  3. Zwabbels HdV? Wisseltruc? Ja, ja => hww
  4. Doe-werkwoord => zww
hoeven

Slide 31 - Slide

Even oefenen
Wij blijven tijdens deze oefeningen gewoon lachen.

  1. Alle werkwoorden onderstrepen.
  2. Meer dan 1 ww? PV is hww
  3. Zwabbels HdV? Wisseltruc? Ja, ja => hww
  4. Doe-werkwoord => zww

Slide 32 - Slide

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?


Welke vragen heb je?

Slide 33 - Slide