This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
der
mannelijke personen
mannelijke dieren
mannelijke beroepen
dagen
maanden
dagdelen
jaargetijden
die
vrouwelijke personen
vrouwelijke dieren
vrouwelijke beroepen
woorden op -heit/-keit/-ung/
-ion/-ei/-ität/-e
das
veel 'het'-woorden in het Nederlands
verkleinwoorden (-chen)
woorden in het meervoud