Lezen 5.3 2022

Programma

  1. Herhalen §4.3 en §5.3 
  2. Oefenen met een tekst
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programma

  1. Herhalen §4.3 en §5.3 
  2. Oefenen met een tekst

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke vier tekstdoelen zijn er?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het doel van een betoog?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welke vier tekstverbanden hebben we geleerd?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Welk tekstverband staat in deze zin:
Ik denk dus dat het kamp een groot succes gaat worden.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsvolgorde
D
Concluderend

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Tegenstelling
Concluderen
Opsomming
Tijdsvolgorde
bovendien
hieruit volgt
daarna
ook
zodra
dus
maar
toch

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Betoog
In een betoog geeft een schrijver zijn mening. Hij bewijst zijn mening met argumenten. 

Veel betogen hebben een driedeling. 

Slide 7 - Slide

Uit een onderzoek van het voedingscentrum blijkt dat het aanbod in de schoolkantine een grote rol speelt in het ongezonde eetgedrag van jongeren. 
Betoog
In een betoog geeft een schrijver zijn mening. Hij bewijst zijn mening met argumenten. 

Veel betogen hebben een driedeling. 

Slide 8 - Slide

Uit een onderzoek van het voedingscentrum blijkt dat het aanbod in de schoolkantine een grote rol speelt in het ongezonde eetgedrag van jongeren. 
Welke zin is een argument?
A
Alle presentatoren zijn supergoed.
B
Radio 538 is mijn favoriete zender.
C
Jongeren die overlast geven, moeten stevig worden aangepakt.
D
Het gaat snel bergafwaarts met de club.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Niet waar
Waar
Een betoog bevat vooral informatie
Een instructie is een informatie tekst
Een instructie is een activerende tekst
Met argumenten bewijs je je mening.

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

'Eerst dacht hij erover in zijn eentje te gaan surfen, maar dat durfde hij later niet aan.'

Welk tekstverband staat er in deze zin?
A
Opsommend
B
Tegenstellend
C
Tijdsvolgorde
D
Concluderend

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Ik ken de theorie van 4.3 en 5.3:
010

Slide 12 - Poll

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Stichting de Ster
Wat is het onderwerp van tekst 1?
Wat zijn de tussenkopjes? 


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste tekstdoel van deze tekst?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste tekstdoel van de eerste zin?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste tekstdoel van de laatste zin?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke zin in alinea 2 wil je overtuigen?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Voor welk publiek is alinea 1 en 2 geschreven?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Voor welk publiek is alinea 3 geschreven?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wat is geen synoniem voor 'cool' (alinea 2)
A
Gaaf
B
Geweldig
C
Koud
D
Stoer

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Ik weet wat het tegenstellend tekstverband is en welke signaalwoorden erbij horen.
010

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Nu maken op laptop:
Opdr. 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17

Slide 24 - Slide

This item has no instructions