Spelling H1 - Leestekens

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Spelling - H1 - Leestekens

2 vwo

Nieuw Nederlands

blz. 34 en 35

Lesopbouw

- Opdracht De brug - Spelling bespreken

- Leesmomentje

- Spelling H1: Startopdracht en opdracht 1 maken

- Spelling H1: theorie bespreken en Startopdracht en opdracht 1 nakijken

- Spelling H1: opdracht 2 t/m 4 maken

De brug - Spelling

We gaan opdracht 1 t/m opdracht 4 bespreken.

Pak je schrift en een andere kleur pen. 

Open de opdrachten in Classroom.

Verbeter je antwoorden met een andere kleur pen. 

Let op, zodat je weet waar we zijn als je de beurt krijgt. 

Opdracht 1

1. Onderzoekers van de Vrije Universiteit in Amsterdam hebben de grootste Romeinse muntschat bij elkaar gezocht die ooit in Nederland is aangetroffen.
2. Het gaat om gouden munten die rond 460 na Christus zijn begraven in Lienden in de Betuwe. 
3. In 2012 en 2016 zijn in totaal ruim veertig munten teruggevonden, maar de wetenschappers denken dat de goudschat veel groter is geweest.
4. Een onderzoeker zei dat in het gebied tussen de Rijn en de Waal wel vaker archeologische resten zijn opgedoken.
5. Maar een van de Liendense munten dateert uit de jaren tussen 457 en 461, kort voor de ondergang van het West-Romeinse rijk in 476.

Opdracht 2

1. behangetje
2. blaadje
3. chocolaatje
4. coupeetje
5. dinertje
6. dvd’tje

7. jongetje

8. kiwietje

9. lamaatje

10. pony’tje

11. raampje

12. woninkje

Opdracht 3

1 bacteriën

2 bewindslieden

3 bureaus

4 cowboys

5 dreumesen

6 garages

7 hobo’s

8 hyena’s

9 kaarsen

10 laarzen

11 lammeren

12 melodieën

13 pony’s

14 raadsleden

15 relaties

16 slechteriken

17 straffen

18 weerwolven

Opdracht 4

1. beroemde - gracieuze - fluwelen - rode 
2. industriële - brave - erbarmelijke - zwaar - sombere 
3. wonderlijke - mysterieuze 
4. impulsieve - grove - kleine - boze 
5. houten -  hobbelige -  schapenwollen 
6. vriendelijke - serieuze - contactuele 

Lezen

Ga tien minuten in je leesboek lezen.

Spelling H1: leerdoelen

• Ik kan uitleggen wanneer ik een punt, komma, puntkomma en dubbele punt moet gebruiken.
• Ik kan een punt, komma, puntkomma en dubbele punt correct gebruiken in teksten die ik schrijf. 
• Ik kan de dicteewoorden op de correcte manier spellen.
• Ik kan de betekenis van de dicteewoorden achterhalen. 

Aan de slag!

Maak de Startopdracht en opdracht 1. 

Je hebt maximaal tien minuten de tijd. 

Aan de slag!

Maak opdracht 2 t/m opdracht 4. 

Als je een opdracht twee keer ziet staan, hoef je steeds alleen de bovenste van de twee te maken. 

Maak de opdrachten online of schrijf de antwoorden in je schrift. 

Klaar? 

Start met Spelling H2 - Leenwoorden.

Bestudeer zelfstandig de theorie en maak de Startopdracht en opdracht 1.