H10: Exponenten en logaritmen

Exponenten en logaritmen
1 / 52
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 52 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Exponenten en logaritmen

Slide 1 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
Je kunt een groeifactor omzetten in een groeipercentage en andersom.

Je kunt berekeningen uitvoeren aan de hand van groeipercentages of groeifactoren.

Slide 2 - Slide

Groeipercentage en groeifactor
Groeipercentage: wat komt erbij (bv 20%)

Groeifactor: waarmee vermenigvuldig je (bv 1,2)

Slide 3 - Slide

Welke groeifactor hoort er bij
a) een toename van 2%

b) een toename van 200%

c) een afname van 12%

d) een afname van 0,3%

Slide 4 - Slide

Voorbeeldvraag
In maart 2000 waren er nog 250.000 kievieten in Nederland. Dat aantal neemt elk jaar met 4,5% af. In maart van welk jaar zijn er voor het eerst minder dan 100.000 kievieten in Nederland?

Slide 5 - Slide

Uitwerking
Stap 1. Bereken de groeifactor: 

Stap 2. Stel de formule op:

Stap 3. Voer de formule en y2 = 100.000 in op de GR.

Stap 4. Optie intersect geeft x = 19,9. Dus in maart 2020
N=250.0000,955t
1001004,5=0,955

Slide 6 - Slide

Zelf aan de slag

Hoofdstuk 10, parargraaf 1: opdracht 5, 6, 7, 8

Slide 7 - Slide

Verdubbelingstijd en halveringstijd

Slide 8 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
Wat verdubbelingstijd en halveringstijd betekent.

Hoe je de verdubbelingstijd en halveringstijd berekent met behulp van de grafische rekenmachine.

Slide 9 - Slide

Verdubbelingstijd en halveringstijd
Verdubbelingstijd: hoe lang het duurt voordat een hoeveelheid verdubbelt. 
In formulevorm de 't' waarvoor geldt dat 

Halveringstijd: hoe lang het duurt voordat een hoeveelheid halveert. 
In formulevorm de 't' waarvoor geldt dat 

gt=2
gt=0,5

Slide 10 - Slide

Bijvoorbeeld
Maike heeft het onkruid in haar tuin behandeld met een bestrijdingsmiddel. Elke week neemt het onkruid met 4% af. 

Na hoeveel weken is de helft van het onkruid weg? 

Na hoeveel weken is er nog maar 10% van het onkruid over?

Slide 11 - Slide

Zelf aan de slag

Hoofdstuk 10: opdracht 12, 13, 14, 15

Slide 12 - Slide

Groeifactoren omzetten naar een andere tijdseenheid

Slide 13 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
Hoe je een groeifactor omzet naar een grotere tijdseenheid

Hoe je een groeifactor omzet naar een kleinere tijdseenheid

Slide 14 - Slide

Groeipercentages omzetten
Als een hoeveelheid elke week met 1,2% toeneemt, wat is dan de toename na 4 weken?


Als een hoeveelheid elk jaar met 8% afneemt, wat is dan de afname per maand?

Slide 15 - Slide

Zelf aan de slag

Hoofdstuk 10: opdracht 23, 24, 26, 27


Slide 16 - Slide

Formules opstellen bij exponentiële verbanden

Slide 17 - Slide

Wat ga je vandaag leren?

Je kunt een formule opstellen bij exponentiële groei.

Slide 18 - Slide

Gegeven is een exponentieel verband dat door de punten (4, 12) en (8, 62 gaat). Stel hierbij een formule op.
N=bgt

Slide 19 - Slide

Exponentieel stappenplan
Stap 1: Bereken de totale groeifactor met 

Stap 2: Bereken de groeifactor per tijdseenheid door 

Stap 3: Vul N, g en t in, in de formule 

Stap 4: Bereken 'b' en rond af op het gegeven aantal decimalen.

yayb
(yayb)xbxa
N=bgt

Slide 20 - Slide

Zelf aan de slag

Hoofdstuk 10: opdracht 30, 31, 32, 34


Slide 21 - Slide

Logaritmen

Slide 22 - Slide

Wat ga je vandaag leren?

Wat een logaritme is en hoe je ermee rekent

Hoe je het grondtal van een logaritme verandert

Slide 23 - Slide

Los exact op





Pak je GR erbij
2x=8
2x=16.384

Slide 24 - Slide

Grondtallen veranderen
Rekenregel:

Schrijf                                            in de vorm 

loga(g)=log(a)log(g)
N=40log3(t)
N=alog(t)

Slide 25 - Slide

Zelf aan de slag

opdracht 40, 45, 46, 47


Slide 26 - Slide

Variabelen vrijmaken bij logaritmen

Slide 27 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
Hoe je een variabele vrijmaakt uit een machtsformule met behulp van logaritmen

Hoe je een variabele vrijmaakt uit een logaritme 

Slide 28 - Slide

Maak x vrij
N=log(x5)2
y=5+3x1

Slide 29 - Slide

Zelf aan de slag

opdracht 49, 50, 51


Slide 30 - Slide

Logaritmisch papier

Slide 31 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
Je kunt de logaritmische schaalverdeling aflezen.

Je kunt logaritmisch papier aflezen en aan de hand daarvan de formule van een exponentieel verband opstellen.

Slide 32 - Slide

Logaritmisch papier

Bladzijde 133 van het boek

Slide 33 - Slide

Formule opstellen
Stel de formule op bij de grafiek 
hiernaast.                                               

Slide 34 - Slide

Zelf aan de slag

Hoofdstuk 10: opdracht 58, 59, 61

Slide 35 - Slide

Rekenregels voor logaritmen

Slide 36 - Slide

Wat ga je vandaag leren?

Welke rekenregels er zijn voor logaritmen

Slide 37 - Slide

Eerst even ophalen
Bereken (zonder rekenmachine)


log4(16)
log2(21)
log3(3)

Slide 38 - Slide

De rekenregels

Slide 39 - Slide

Even oefenen
Herleid tot 1 logaritme:


1+2log3(5)

Slide 40 - Slide

Zelf aan de slag

Hoofdstuk 10: opdracht 64, 65, 67, 69

Slide 41 - Slide

y=e^x

Slide 42 - Slide

Wat ga je vandaag leren?

Hoe je de afgeleide berekent van e^x

Wat de natuurlijke logaritme is

Slide 43 - Slide

Afgeleide: hoe ging dat ook alweer?
Leidt af:
f(x)=x2+4x2
h(x)=(4x2)4

Slide 44 - Slide

Afgeleide van een machtsfunctie:

                            geeft

Waarbij 

f(x)=gx
f(x)=agx
a=log2,71(g)

Slide 45 - Slide

Het getal 'e'

e = 2, 718281828....


ln(x)=loge(x)

Slide 46 - Slide

Afgeleides
Combineren geeft:                               geeft 

Dat betekent dat                             geeft 
                                                        

f(x)=gx
f(x)=gxln(g)
f(x)=ex
f(x)=exln(e)=ex

Slide 47 - Slide

Leid af
f(x)=ex
h(x)=e3x
N=32t1

Slide 48 - Slide

Zelf aan de slag

opdracht 72, 73, 76, 80, 81

Slide 49 - Slide

Samenvatting

Slide 50 - Slide

Wat moet je nu kunnen voor het SE?
Je weet wat een groeifactor en een groeipercentage is en hoe je die in elkaar omzet.
Je kunt groeifactoren gebruiken om een verdubbelingstijd en halveringstijd te berekenen.
Je kunt groeifactoren en groeipercentages omzetten in een andere tijdseenheid.
Je kunt een formule opstellen bij een exponentieel verband.
Je kunt berekeningen uitvoeren met logaritmen.
Je kunt vergelijkingen oplossen met logaritmen.
Je kunt vergelijkingen met logaritmen oplossen (ja, dat is iets anders). 
Je kunt de rekenregels voor logaritmen toepassen en variabelen vrijmaken met en bij logaritmen.
Je kunt een logaritmische schaalverdeling aflezen.
Je kunt een exponentiële formule opstellen bij een lijn op logaritmisch papier.
Je kunt de afgeleide berekenen van een e-macht.
Je weet wat de natuurlijke logaritme is.
Je kunt de afgeleide berekenen een machtsfunctie (rekening houdend met de kettingregel).

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide