H3 Oefenen Woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Dagopening

Steniging van Stefanus

Woordenschat H1 (blz. 21)

• Leer de theorie op blz. 21.
  
•  Leer de betekenis van de woorden en uitdrukkingen van opdracht 1, 3, 4 en 6.
  
•  Check of je de theorie hebt begrepen door nogmaals te oefenen met opdracht 2.
  
•  Meer oefenen met het herkennen van beeldspraak? Maak de oefeningen uit de bijlage en kijk ze na.
  

Woordenschat H2 (blz. 64)

• Leer de theorie op blz. 64.
•  Leer de betekenis van de woorden en uitdrukkingen van opdracht 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
•  Check of je de theorie hebt begrepen door nogmaals te oefenen met opdracht 1, 2 en 3.
• Meer oefenen met het herkennen van een metonymie? Maak de oefeningen uit de bijlage en kijk ze na.

LEERSTOF

Extra oefening H1: Verbind de woorden met de juiste betekenis

aversie

cohesie

compassie

integratie

segregatie

origine

achtergrond; herkomst; afkomst

het  samengaan; ontwikkeling naar eenheid.

samenhang; (sterke) band

sympathie; medegevoel; medelijden

situatie waarbij verschillende (etnische) groeperingen in een samenleving sterk gescheiden leven.

weerzin; afkeer; tegenzin

Maak een zin met
het woord
'reserve'

Maak een zin met
het woord
'opponent'

Extra oefening H2: Verbind de woorden met de juiste betekenis

culinair

instinctief

luguber

progressief

voedzaam

voorzien

huiveringwekkend

in de toekomst zien gebeuren

met veel voedende bestanddelen

onberedeneerd, uit een natuurlijke neiging of drang voortkomend.

vooruitstrevend

wat met de kookkunst en lekker eten te maken heeft

Maak een zin met
het woord
'beklijven'

Maak een zin met
het woord
'ontmoedigen'

Woordenschat H1: Welk woord past op de open plek in de zinnen? Kies uit:
verscheidenheid- eerwraak - getto - onderklasse.

1. In Parijs is een ... waar de politie niet meer durft te komen.
2. Het uitvoeren van ... om de goede naam van de familie te redden is strafbaar.
3. In de Nederlandse steden vind je een grote ... aan culturen en talen.

Woordenschat H2: Welk woord past op de open plek in de zinnen? Kies uit:
beklijven - ontmoedigen - erkennen - volstaan

1. De politicus moest ... dat hij de Tweede Kamer verkeerd had ingelicht.
2. Een nieuwe batterij zal ... om dit probleem met het alarmsysteem op te lossen.
3. Het team laat zich niet ... door de zesde nederlaag op rij.

Noteer de metoniemen. Welk type metonymie is gebruikt? Noteer alleen de letter.
1. Heel Groningen liep uit voor de intocht van Sinterklaas.
2. De juf telde de koppen toen iedereen de bus inkwam.
3. Die kleine hing wel een minuut doodstil ondersteboven in de ringen.
4. Ik lust nog wel een kommetje.

Zelfstandig aan de slag

Wat? Extra oefeningen bij Woordenschat H1+2 (SOM, bij so 4-2-2021)

--> H1: opdr. 2

--> H2: opdr. 3+4

Hoe? Schrijf je antwoord in je schrift of in een Word-document.

Hoeveel tijd? 15 minuten

Uitkomst? Klassikaal bespreken; je kunt antwoord geven als ik een vraag stel!

Nakijken