Toets spelling: hoofdletter, interpunctie en verkleinwoorden

Spelling: hoofdletter, interpunctie, verkleinwoorden
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling: hoofdletter, interpunctie, verkleinwoorden

Slide 1 - Slide

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
titanic
B
Titanic

Slide 2 - Quiz

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Pasen
B
pasen

Slide 3 - Quiz

Plaats zo nodig hoofdletters én de juiste interpunctie.

bram als je mij een bitterbal aangeeft krijg je van mij een vlammetje

Slide 4 - Open question

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Paasei
B
paasei

Slide 5 - Quiz



Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December

Slide 6 - Quiz

Plaats zo nodig hoofdletters.

het vliegveld van het spaanse eiland is afgesloten

Slide 7 - Open question

Schrijf 2 woorden op die je met een hoofdletter schrijft en schrijf 2 woorden op die je niet met hoofdletter schrijft

Slide 8 - Open question

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
minister-president
B
Minister-President

Slide 9 - Quiz



Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
lente
B
Lente

Slide 10 - Quiz

Hoofdletter
Geen hoofdletter
Hoofdletter
Geen hoofdletter
Hoofdletter
Hoofdletter
richard
zaandam
herfst
oktober
begin van een zin
limburgse vlaai

Slide 11 - Drag question

Wat is interpunctie?
A
Interpunctie is een dansstijl uit Zuid-Amerika.
B
Interpunctie is een uitroep- of vraagteken.
C
Interpunctie is het gebruiken van punten en hoofdletters.
D
Interpunctie is het gebruik van leestekens in tekst.

Slide 12 - Quiz

Wat is goed? (let op hoofdletters en interpunctie)
A
onderwerp: opzegging verzekering
B
Onderwerp: Opzegging verzekering
C
Ondewerp, opzegging verzekering
D
Onderwerp: opzegging verzekering

Slide 13 - Quiz

schrijf de zin over met de juiste interpunctie. (6 items)

michelle zegt schrijf de zin over met de juiste interpunctie

Slide 14 - Open question

In welke zin is de interpunctie correct?
A
Studenten die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.
B
Studenten, die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.

Slide 15 - Quiz

Sleep de juiste interpuncties naar de open plekken.
Is er iemand jarig __1__ Dan roepen we: Van harte gefeliciteerd __2__ Bijna

iedereen viert zijn of haar verjaardag __3__ Maar wist je dat niet elk land

dat op dezelfde manier doet __4__ Veel Nederlandse gewoontes vinden ze

in het buitenland maar gek__5__ We roepen bijvoorbeeld allemaal: Hiep,

hiep hoera __6__ En waarom gaat iedereen in een kringetje zitten __7__ Je

moet je verjaardag natuurlijk gewoon zo vieren zoals jij dat leuk vindt __8__
?
?
?
.
.
.
!
!

Slide 16 - Drag question

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
Kano'tje
B
Kanotje
C
Kanoo'tje
D
Kanootje

Slide 17 - Quiz

Sleep de uitgangen naar het juiste woord om er een verkleinwoord van te maken. 
scherm
snoep
scooter
pizza
rekening
-atje
-tje
-etje
-pje
-je

Slide 18 - Drag question



Noteer het verkleinwoord:

Lieveling

Slide 19 - Open question

verkleinwoorden

Wat is het verkleinwoord van baby?
A
babytje
B
babietje
C
baby'tje
D
kleine baby

Slide 20 - Quiz



Noteer het verkleinwoord:

ketting

Slide 21 - Open question


Wat zijn de verkleinwoorden van pad en glas?
A
glasje en padje
B
glaasje en padje
C
glasje en paadje
D
glaasje en paadje

Slide 22 - Quiz

Verkleinwoord met PJE
Verkleinwoord met TJE
Verkleinwoord met JE
boom
telefoon
broer
riem
film
raam
tafel
haar
hand
fiets
verkleinwoord

Slide 23 - Drag question

Wat is het verkleinwoord van het raam?

Slide 24 - Open question