M: zinsdelen (pv, ow, wwg)

M: zinsdelen (pv, ow, wwg)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

M: zinsdelen (pv, ow, wwg)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe kan je de persoonsvorm vinden in een zin?

Slide 3 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de zin hieronder?

Door de najaarsstorm waaiden de pannen van het dak.

Slide 4 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de zin hieronder?

De consumenten hebben Ikea uitgeroepen tot beste winkelketen van Nederland.

Slide 5 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de zin hieronder?

Hij sloeg de spijker op de kop.

Slide 6 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de zin hieronder?

Na de voorstelling bleven we nog even hangen.

Slide 7 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de zin hieronder?

Januari was erg koud dit jaar.

Slide 8 - Open question

Wat is de persoonsvorm in de zin hieronder?

Januari was erg koud dit jaar.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Wat is het werkwoordelijk gezegde van een zin?

Slide 11 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin hieronder?

Hij heeft de hele avond televisie gekeken

Slide 12 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin hieronder?

Ronald wil graag met je meerijden

Slide 13 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin hieronder?

Durf jij daar te blijven staan?

Slide 14 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin hieronder?

Hij stond zeker een uur te wachten

Slide 15 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin hieronder?

Zou hij het pakketje open durven te maken?

Slide 16 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin hieronder?

Zij zijn daar vaak aan het chillen.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat is het onderwerp van een zin?

Slide 20 - Open question

Wat is het onderwerp in de zin hieronder?

Wij vinden het moeilijk.

Slide 21 - Open question

Wat is het onderwerp in de zin hieronder?

De meisjes gingen op vakantie naar Texel

Slide 22 - Open question

Wat is het onderwerp in de zin hieronder?

Je kunt het juiste antwoord op die pagina vinden.

Slide 23 - Open question

Wat is het onderwerp in de zin hieronder?

Door zijn schuld werd er een grote fout gemaakt.

Slide 24 - Open question

Wat is het onderwerp in de zin hieronder?

Op de top lag Armstrong drie minuten voor.

Slide 25 - Open question

Oefen verder
https://www.taaloefenen.nl/oefenen.html?thiskind=3

Ga naar de website hierboven en selecteer de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde.

Begin op niveau 1

Slide 26 - Slide