samenvatting T2 toets

samenvatting T2 toets
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

samenvatting T2 toets

Slide 1 - Slide

Wederkerend werkwoord
In sommige zinnen zijn er bepaalde werkwoorden waarbij het onderwerp wederkeert (terugkomt).  VB: Ik vergis me/ ik was me
Wanneer dit gebeurt heten deze werkwoorden: wederkerende werkwoorden
Er zijn twee soorten wederkerende werkwoorden.

Verplicht wederkerend werkwoord
Hierbij hoort een wederkerend voornaamwoord (me, je, zich, ons)!
Het wederkerend vnw hoort hier bij het Werkwoordelijk gezegde (wg): vergiste zich, realiseer me, bemoeit zich . 
Gaat om iets wat je alleen zélf kunt doen.
Toevallig wederkerend werkwoord
Hoort niet altijd bij een wederkerend vnw, het is iets wat je ook voor een ander kunt doen. 
Het wederkerend vnw hoort hier bij het LV: heb jij je vermaakt?

Slide 2 - Slide

Enkele voorbeelden wederkerende werkwoorden
1: Ik schaam me.
2: Hij ergert zich.
3: Zij wast zich.
4: Je bezeert je.
5: Ik bemoei me met jouw zaken.
6: Zij vragen zich af wat jij hier doet.
7: Wij spannen ons erg in.
8: Zij vergist zich nooit.
9: Hij heeft zich gestoten.
10: Ik heb me verbrand.

Slide 3 - Slide

Voornaamwoorden
Een voornaamwoord is een woord dat verwijst naar personen, dieren of dingen (concreet of abstract), zonder die met name te noemen. 

Degene die je al geleerd hebt zijn o.a.: persoonlijk voornaamwoord (bv. ik/hem/jullie), bezittelijk voornaamwoord (bv. jouw/zijn/ons) en aanwijzend voornaamwoord (die/dat), vragend voornaamwoord (bv. wie/wat)

Nieuw is: wederkerend voornaamwoord

Slide 4 - Slide

Uitleg wederkerend voornaamwoorden
Wederkerend voornaamwoord (wed.vnw)
  • Komt alleen voor in combinatie met een wederkerend werkwoord.
        Bijv. Zich aanpassen, zich wassen, zich omkleden

Jij kleedt je wel heel vaak om.  
Haar broer past zich aan.
Harm scheert zichzelf  met een met een scheermesje.

Tip: Twijfel je of het woord een wederkerend voornaamwoord is? Zet de hele zin in de hij-vorm. Als een voornaamwoord uit de zin daarmee in 'zich' moet veranderen, dan is het een wederkerend voornaamwoord. Bovendien moet het over dezelfde persoon/personen gaan.

Slide 5 - Slide

Uitleg wederkerig voornaamwoord
Wederkerig voornaamwoord (wedig.vnw)
  • Er is er maar één: elkaar (soms geschreven als mekaar of elkander.

Zij hebben elkaar al een hele tijd niet gezien.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Collocatie:
kleine, vaste woordgroep
Voorbeeld: woordgroepen als 'tafel dekken' en 'halsbrekende toeren', 'een aanbod accepteren of afslaan', 'spelers fanatiek of enthousiast aanmoedigen', 'rekenen op', 'huiswerk maken', 'boodschappen doen' zijn collocaties.

Slide 8 - Slide

Uitdrukking
betekenis
ergens geen kaas van gegeten hebben 
ergens geen verstand van hebben
ets/iemand in de smiezen hebben
iets/iemand snappen of doorhebben
Nu komt de aap uit de mouw.
Nu wordt duidelijk wat iemands ware  bedoeling of karakter is.
ergens geen erg in hebben
iets niet opmerken
iets in de gaten houden
iets blijven observeren
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
Wat lelijk of slecht is, maak je niet mooi of goed door verhullende versieringen.
op zijn retour zijn
minder gaan presteren; achteruit gaan
aan de lopende band
aan één stuk door; steeds maar weer
een lang leven beschoren zijn
lang blijven bestaan
een vlag op een modderschuit
een element dat heel mooi is in vergelijking met de rest
met beide benen op de grond staan  
nuchter, reëel zijn
speelruimte geven  
ruimte geven voor enige vrijheid van beweging of handeling

Slide 9 - Slide

uitdrukking
betekenis
a een doorn in het oog 
een grote ergernis
b (dat is) een rib uit mijn lijf 
(dat is) een grote uitgave
c de eindjes aan elkaar knopen 
zuinig zijn; maar net rondkomen
d van de kaart zijn 
overstuur zijn, in de war zijn
e onder de duim houden/uit de duim zuigen
in bedwang houden/verzinnen

f de vinger aan de pols houden
in de gaten houden of alles goed gaat

Slide 10 - Slide

uitdrukking
betekenis
de naakte waarheid
de niet te verbloemen waarheid
het roer omgooien
een totale ommekeer doorvoeren
iemand van haver tot gort kennen
iemand erg goed kennen
in rep en roer
in opschudding
 lief en leed delen
plezierige en droevige ervaringen delen
kommer en kwel
verdriet; doffe ellende
moord en brand schreeuwen
 erg tekeer gaan; luid schreeuwen
op een houtje bijten
armoede lijden; niets te eten hebben
over koetjes en kalfjes praten
over onverschillige, onbeduidende zaken praten
taal noch teken
geen enkel bericht (mondeling of schriftelijk)

Slide 11 - Slide