Het menselijk lichaam 2.1 - Het bloedvatenstelsel (workshop)

Het menselijk lichaam
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NatuurMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Het menselijk lichaam

Slide 1 - Slide

Afspraken met elkaar
Tijdens de workshop:
  • Zijn we stil en kijken we de docent aan. 
  • Als je iets wil vragen dan steek je je vinger op. 
  • We roepen/ praten niet door de uitleg van de docent heen.
  • We openen geen andere dingen op de laptop.
  • Maak je aantekeningen in je schrift.

Slide 2 - Slide

Het komt goed! :)
Wij hebben er alle vertrouwen in dat het jullie lukt om de stof van dit hoofdstuk te begrijpen en je eindmeting goed te maken. 

Daarvoor is het wel nodig dat je: 
- Goed meedoet met de workshops (en stil bent)
- Aantekeningen maakt.
- De opdrachten serieus maakt en nakijkt
- Vragen stelt wanneer je iets niet begrijpt. 

Slide 3 - Slide

Wat staat er vandaag op het programma?
  • Workshop bloedvaten stelsel
  •  Werken aan level 1, 2 en 3.
  • Even wat tijd voor de doe opdracht (voor leerlingen om hun voice over opnieuw te doen of extra beelden op te nemen die zijn mislukt). 
  • Lesafsluiting

Slide 4 - Slide

Drie harten
  • Octopussen hebben heeft drie harten: een hoofdhart en twee bijharten.
  • Blauw bloed



  • Er zijn heel veel soorten octopussen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Introvraag
Welke spiervezels zijn roder van kleur? Die van een marathonloper of van een gewichtheffer?
Schrijf het antwoord in je schrift.

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is het nut van bloed: de 6 functies
  1. Transport van gassen: zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2)
  2. Transport van voedingsstoffen, zoals suikers, aminozuren, mineralen, vitamines
  3. Transport van witte bloedcellen die ziektemakers aanvallen en schade repareren in je cellen.
  4. Transport van warmte
  5. Transport van hormonen (dit zijn signaalstofjes die in je eigen lichaam gemaakt worden)
  6. Zorgen voor bloedstolling bij beschadigingen

Slide 10 - Slide

De onderdelen van bloed
  • Rode bloedcellen (heel veel): zorgen voor transport van gassen. Doordat er ijzer in zit --> zijn de cellen rood van kleur.
  •  Witte bloedcellen: deze vallen ziekteverwekkers.
  • Bloedplaatjes: deze zorgen voor bloedstolling bij wonden 
  • Vloeistof (plasma)

Slide 11 - Slide

1. Slagader: naar orgaan toe (van hart af)
2. Haarvaten: Door organen heen
3. Aders: van orgaan af (richting hart)
1
2
3

Slide 12 - Slide

1 cellaag dik
stofwisseling

Slide 13 - Slide

Zet de stroomsnelheid van het bloed in de 3 soorten bloedvaten volgorde van snel naar langzaam.

A
Slagader - haarvat - ader
B
Ader - haarvat - slagader
C
Ader - slagader - haarvat
D
Slagader - ader - haarvat

Slide 14 - Quiz

Een beschadiging aan dit type bloedvat zorgt voor het snelste/meeste bloedverlies.
A
Ader
B
Haarvat
C
Slagader
D
Er is geen verschil

Slide 15 - Quiz

De haarvaten zijn 1 cellaag dik, zodat er in het orgaan ...(vul in)... kan plaatsvinden.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Het hart
  • Motor van de bloedsomloop
  • Links / rechts
  • Boezems / kamers
  • Longslagader / Aorta
  • Hartslag voelbaar
  • Verschil jong/oud

Slide 18 - Slide

Wereldrecord voor grootste hart

Slide 19 - Slide

Bloedsomloop versimpeld
Kleine bloedsomloop
Hart - longen - hart

Grote bloedsomloop 
Hart - overige organen - hart

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Hartslag - 3 fases
MC-vraag

Wat is nu volgens jullie het nut van de hartkleppen en de halvemaanvormigekleppen?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Extra informatie:
Het hart wil ook wat
Kransslagader - geeft hartspier zelf zuurstof. Aftakking aorta

Kransader - brengt gebruikt bloed van het hart terug naar rechterboezem

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Werktijd
  • Level 1, 2 en 3 maken van onderdeel 'bloedvaten stelsel'
  • Levels 1, 2 en 3 van bewegingsstelsel moeten echt af!

  • Je levert de levels in via het inleverpunt op it's learning. 
  • Vergeet ook niet de doe-opdracht in te leveren als MC (deadline is vrijdag!)  

Slide 29 - Slide

Het menselijk lichaam

Slide 30 - Slide

Afspraken met elkaar
Tijdens de les
  • Als een docent praat zijn we stil en kijken we de docent aan.
  • Als je iets wil vragen dan steek je je vinger op. 
  • We lopen niet door het lokaal.
  • We openen geen andere dingen op de laptop.
  • We gaan verantwoordelijk aan de slag met de opdrachten.

Slide 31 - Slide

Spieren van een duursporter hebben dus een ..(1).. kleur. De bloedvaten die dit veroorzaken noemen we ..(2)..
De spieren horen bij de ..(3).. bloedsomloop
A
1. lichte 2. slagaders 3. grote
B
1. rode 2. haarvaten 3. grote
C
1. rode 2. haarvaten 3. kleine
D
1. lichte 2. haarvaten 3. grote

Slide 32 - Quiz

Gaat het bloed door slagaders uit het hart (naar het lichaam toe) of in het hart (naar het hart toe)
A
Uit het hart, naar het lichaam.
B
In het hart (naar het hart toe)

Slide 33 - Quiz

Waar gaat het bloed van de linkerkamer naar toe
A
De kleine bloed omloop (naar de longen)
B
De grote bloedsomloop (naar het hele lichaam behalve de longen)

Slide 34 - Quiz

Hoe heet de slagader die uit de linkerkamer komt en het bloed naar de rest van het lichaam stuurt?
A
Longslagader
B
Aorta
C
Bovenste holle ader
D
Longader

Slide 35 - Quiz

Welke van deze bloedvaten gaan naar de rechterboezem van het hart?
A
Bovenste holle ader
B
Longader
C
Onderste holle ader

Slide 36 - Quiz

Wat waren de 4 onderdelen van bloed

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Werktijd
Wat ga je doen: 
Eerste 15 min: stil werken. 
  • Werken aan level 1, 2 en 3 van onderdeel 'bloedvaten stelsel'.
  • Ben je klaar: ga dan aan de slag met level 4 en 5. 
Afspraken:
- Je blijft op je plek zitten. 
- Je gaat verantwoordelijk aan het werk.

Slide 39 - Slide


A

Slide 40 - Quiz

Als je het hebt over de leerdoelen van de slide hierboven: Hoeveel denk je dat je er nu kent/kunt?
07

Slide 41 - Poll

Slide 42 - Slide

Exit-vraag week 2 - les 2
Stel: je bent een rode bloedcel en je bevind je in de onderste holle ader en je moet naar de haarvaten van de longen. Welke onderdelen (hart en bloedvaten) kom je allemaal tegen? Noem de kortste route en gebruik de juiste volgorde. 

Slide 43 - Slide

timer
1:00
Stilte. shhht!
Fluisterniveau
MC-niveau
Werksfeer

Slide 44 - Slide

Exit-vraag week 2 - les 2
Stel: je bent een rode bloedcel en je bevind je in de onderste holle ader en je moet naar de haarvaten van de longen. Welke onderdelen (hart en bloedvaten) kom je allemaal tegen? Noem de kortste route en gebruik de juiste volgorde. 

Slide 45 - Slide