What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voorzetsels met de 4e naamval
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Voorzetsels met de 4e naamval
Slide 2 - Slide
Lesdoel
- leer de voorzetsels kennen.
- weet wat ze betekenen.
Slide 3 - Slide
Voorzetsels met de 4e naamval
Er zijn voorzetsels die ervoor zorgen, dat je
na
dit voorzetsel
altijd
de vierde naamval moet gebruiken.
Slide 4 - Slide
Voorzetsels met de 4e naamval
durch = door
für = voor
gegen = tegen
um = om
ohne = zonder
bis = tot
entlang = langs
Slide 5 - Slide
Je ziet het volgende dan gebeuren in de zin:
– Mein Freund hat
für mich
Blumen gekauft.
–
Ohne ihn
war ich komplett nass geregnet!
Slide 6 - Slide
Ezelsbruggetje 1
Sommige voorzetsels hebben automatisch de vierde naamval bij zich. Deze voorzetsels zijn te onthouden met het ezelsbruggetje DOFEGUB (doof visje):
Slide 7 - Slide
D urch
O hne
F ür
E ntlang
G egen
U m
B is
Slide 8 - Slide
Ezelsbruggetje 2
Deze zin werkt ook:
De Feestelijke Ober Uit Griekenland Eet Bananen.
=
durch, für, ohne, um, gegen, entlang, bis
Slide 9 - Slide
Ezelsbruggetje 3
De voorzetsels zijn te onthouden met de zin:
Beer Doodt Geen Oudtjes En Fietst Uren
=
B is, D urch, G egen, O hne, E ntlang, F ür, U m
Slide 10 - Slide
Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 11 - Slide
Weet jij ze nog?
https://www.educaplay.com/game/3183685-persoonlijk_voornaamwoord_5.html#!
Slide 12 - Slide
https:
Slide 13 - Link
Persoonlijke voornaamwoorden
1e naamval = onderwerp
ik = ich
jij = du
hij = er
(enk.) zij = sie
het = es
wij = wir
jullie = ihr
(mv.) zij = sie
u = Sie
Persoonlijke voornaamwoorden
4e naamval = lijdend voorwerp
mij = mich
jou = dich
hem = ih
n
haar = sie
het = es
ons = uns
jullie = euch
hen = sie
u = Sie
Slide 14 - Slide
Persoonlijke voornaamwoorden in de 1e en 4e naamval
Slide 15 - Slide
Vragende voornaamwoorden
1e naamval = onderwerp
wie = wer
wat = was
4e naamval = lijdend voorwerp
wie = we
n
wat = was
Slide 16 - Slide
Oefenen
Slide 17 - Slide
1 Herr Mayer, können Sie etwas für (mij) ... tun?
A
ihn
B
dich
C
mich
D
euch
Slide 18 - Quiz
2 Selbstverständlich, was kann ich denn für (u) .... tun?
A
Sie
B
sie
C
ihn
D
mich
Slide 19 - Quiz
3 Klaus, nicht alles im Leben dreht um
(jou) ... .
A
mich
B
dich
C
sie
D
es
Slide 20 - Quiz
4 Er liebt seine Frau sehr. Er kann nicht ohne (haar) ... .
A
sie
B
ihr
C
es
D
ihn
Slide 21 - Quiz
5 Wir haben einen lieben Hund. Wir fahren nie in den Urlaub
ohne (hem) ... .
A
es
B
sie
C
ihn
D
ihr
Slide 22 - Quiz
6 Mama, was haben diese Leute gegen (ons) ... ? Wir haben ihnen doch nichts getan?
A
sie
B
euch
C
Sie
D
uns
Slide 23 - Quiz
7 Hallo Sven und Thomas, ich habe eine Nachricht für (jullie) ... .
A
uns
B
sie
C
euch
D
ihn
Slide 24 - Quiz
8 Mach dir keine Sorgen, du bist nicht alleine. Es gibt genug Leute, die sich um (jou) ... kümmern.
A
er
B
dich
C
mich
D
du
Slide 25 - Quiz
9 Nein, du sollst ohne (ons) ... gehen.
A
wir
B
ihr
C
euch
D
uns
Slide 26 - Quiz
10 Und dein Bruder -- was kaufst du für (hem) .... ?
A
er
B
ihr
C
ihn
D
ihm
Slide 27 - Quiz
11 (Wie) ... ist größer? Karl oder Helmut? Ich glaube Helmut ist größer.
A
Wen
B
Wer
C
Was
D
Warum
Slide 28 - Quiz
11 (Wie+4) ... liebst du? Ich liebe Theresa.
A
Wen
B
Wer
C
Was
D
Warum
Slide 29 - Quiz
12 (Wat) ... ist du am liebsten? Pizza!
A
Wer
B
Wen
C
Was
D
Wem
Slide 30 - Quiz
Invullen:
https://www.educaplay.com/game/3183688-persoonlijk_voornaamwoord_6.html#!
Slide 31 - Slide
https:
Slide 32 - Link
Na deze les,
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)
Slide 33 - Poll
Nog iets anders, namelijk...
Slide 34 - Open question
Nog iets anders, namelijk...
Slide 35 - Open question
Hoe vond je
deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 36 - Poll
More lessons like this
Naamvallen - voorzetsels -pers. vnw en der/ein-groep
May 2024
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3 h Gesundheit DU3 L1
24 days ago
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
17 days ago
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
Pers. vnw. naamvallen, voorzetsels
December 2022
- Lesson with
46 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 h Gesundheit DU4 L2 Grammatik
25 days ago
- Lesson with
16 slides
Duits
Secondary Education
Ontleden eerste, vierde en derde naamval
February 2022
- Lesson with
40 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3 havo Kapitel 2 4 les DU 4
20 days ago
- Lesson with
23 slides
Duits
Secondary Education
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4