What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Vakjargon
Vakjargon
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vakjargon
Slide 1 - Slide
Ik heb vandaag een brief geschreven.
Wat is heb?
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Werkwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Wederkerend werkwoord
Slide 2 - Quiz
Hij geeft aan mij een brief.
Wat is mij?
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Werkwoord
C
Persoonlijk voornaamwoord
D
Zelfstandig naamwoord
Slide 3 - Quiz
Mijn brood is op, mag ik de jouwe?
Wat is jouwe
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Werkwoord
Slide 4 - Quiz
Benoem het bezittelijk voornaamwoord: 'Onze leraar is aardig.'
A
Leraar
B
Is
C
Onze
D
Aardig
Slide 5 - Quiz
Hij verkleed zich voor het feest.
Wat is zich?
Slide 6 - Open question
Een ... is een apart zinsdeel
A
Bijvoeglijke bepaling
B
Bijwoordelijke bepaling
Slide 7 - Quiz
De rollator van mijn opa is gisteren gestolen.
Wat is -van mijn opa-
A
Onderwerp
B
Bijvoeglijke bepaling
C
Bijwoordelijke bepaling
D
Lijdend voorwerp
Slide 8 - Quiz
Tijdens de vergadering viel de man in slaap.
Wat is de BWB?
Slide 9 - Open question
Zij geeft Chris een hand.
Wat is Chris
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 10 - Quiz
Wat zijn bank en bank?
A
Synoniem
B
Antoniem
C
Homoniem
D
Homofoon
Slide 11 - Quiz
Wat zijn zwart en wit?
A
Synoniem
B
Antoniem
C
Homoniem
D
Homofoon
Slide 12 - Quiz
Wat zijn groot en enorm?
A
Synoniem
B
Antoniem
C
Homoniem
D
Homofoon
Slide 13 - Quiz
Wat zijn hart en hard?
A
Synoniem
B
Antoniem
C
Homoniem
D
Homofoon
Slide 14 - Quiz
Wat zijn licht en duister?
A
Synoniem
B
Antoniem
C
Homoniem
D
Homofoon
Slide 15 - Quiz
Wat zijn computer en PC?
A
Synoniem
B
Antoniem
C
Homoniem
D
Homofoon
Slide 16 - Quiz
Vakjargon
Bepaalde taal en woorden die passen bij een beroep/schoolvak
Bijvoorbeeld: permanent, touperen en scheiding (kapper)
Slide 17 - Slide
katheter, diagnose, bloeddruk, revalidatie, injectie
Slide 18 - Open question
scenario, scène, monteren, set, crew
Slide 19 - Open question
Bij welke twee beroepen kunnen kraan horen?
Slide 20 - Open question
Leg uit waarom cel voor zowel een politieagent als een bioloog vakjargon is.
Slide 21 - Open question
Dit rijtuig moet straks naar het rangeerterrein
A
verpleegkundige
B
machinist
C
automonteur
D
IT'er
Slide 22 - Quiz
Voor deze kostenpost moet ik een nieuwe grootboekrekening maken.
A
Verpleegkundige
B
Chefkok
C
Boekhouder
D
Bouwvakker
Slide 23 - Quiz
De stenen moet je goed aandrukken in de specie
A
Bouwvakker
B
Chefkok
C
Automonteur
D
IT 'er
Slide 24 - Quiz
Vul aan: Er zit een ... bij hem los.
A
Bijl
B
Stoom
C
Heft
D
Schroefje
Slide 25 - Quiz
Wij zitten op dezelfde ....
A
Pijplijn
B
Rolletjes
C
Golflengte
D
Wig
Slide 26 - Quiz
Waar wil ik volgende les nog meer uitleg over?
Woordsoorten
Zinsontleding
homoniem, antoniem, homofoon en synoniem
Vakjargon
Geen, ik wil vooral oefenen!
Slide 27 - Poll
Aan de slag!
Slide 28 - Slide
Bij welk beroep horen deze woorden?
burgerlijk wetboek, verdediging, alibi, kort geding, justitie
Slide 29 - Open question
More lessons like this
Formuleren - les 1
March 2023
- Lesson with
21 slides
Over taal lj 3 gl
October 2020
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
3Md 4-9 Over Taal Blok 1 t/m 3
September 2020
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Homoniemen en homofonen
November 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,3
inoefening taal
February 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Lager onderwijs
trede 14 GPL2
March 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden
November 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Het verwijswoord 'er'
March 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands NT2
Buitengewoon secundair onderwijs