Belangrijke factoren voor prestatie

(Inspannings) Fysiologie

Les 9: Belangrijke factoren voor prestatie

Niveau 3 en 4, leerjaar 3
Curio mbo Breda
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Fysiologie paardMBOStudiejaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

(Inspannings) Fysiologie

Les 9: Belangrijke factoren voor prestatie

Niveau 3 en 4, leerjaar 3
Curio mbo Breda

Slide 1 - Slide

Check in, laatste hoofdstuk voor de toets:
Voel jij je voorbereid?

Slide 2 - Open question

Deze les...
Herhalen theorie
- Energievoorziening
Bespreken zelfstudie 
- Opdrachten zelfstudie
Nieuwe theorie
- Belangrijke factoren voor prestatie

Slide 3 - Slide

Wat is jouw verwachting van deze les?

Slide 4 - Mind map

Welk energiesysteem wordt voor korter dan een halve minuut gebruikt?
A
P-batterij
B
Anaerobe glycolyse
C
Aerobe glycolyse

Slide 5 - Quiz

Welk energiesysteem wordt voor langer dan 2 minuten gebruikt?
A
P-batterij
B
Anaerobe glycolyse
C
Aerobe glycolyse

Slide 6 - Quiz

Welk energiesysteem wordt voor korter dan 2 minuten gebruikt?
A
P-batterij
B
Anaerobe glycolyse
C
Aerobe glycolyse

Slide 7 - Quiz

Kun je de energievoorziening van een paard trainen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Belangrijke factoren voor prestatie
- Karakter, beenwerk en pezen, uithoudingsvermogen, spieren, coördinatie
- Omvang, duur en intensiteit bepaald door deel dat het minst belast kan worden
- Uithouding en spierkracht in korte tijd trainbaar
- Coördinatie en beenwerk/pezen vergen lange trainingstijd




Slide 9 - Slide

Karakter en beenwerk en pezen
Karakter
- Grotendeels bepaald door afstamming. Belangrijk bij overwinnen van vermoeidheid. Is het paard moedig genoeg?
Beenwerk en pezen
- Goede training op zwakke punten (botten en pezen bij ongetraind paard), korte en intensieve belasting (geen beschadiging). Herstel pezen langzaam (weinig doorbloedt)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Uithoudingsvermogen
- In relatief korte tijd te trainen
- Te vroeg trainen op uithoudingsvermogen kan kans op blessures vergroten. Beenwerktraining moet daaraan vooraf gaan.
- 2 soorten:
1. Uithoudingsvermogen met gebruik van zuurstof: Lange afstand (aeroob)
2. Uithoudingsvermogen zonder gebruik van zuurstof: Korte afstand/sprint


Slide 12 - Slide

Hoe heet het energiesysteem dat gebruik maakt van zuurstof?

Slide 13 - Open question

Spieren
2 soorten vezels met verschillende functie:
1. Dynamisch werkzame vezels (beweging)
2. Statisch werkzame vezels (stand botten/gewrichten blijft hetzelfde)

Slide 14 - Slide

Richtingaanduidingen
- Extensie en flexie: Bewegingen naar boven en beneden
- Rotatie: Draaiende bewegingen
- Laterale buiging: Bewegingen naar links en naar rechts

Slide 15 - Slide

Coördinatie
= samenhang waarmee bewegingen worden uitgevoerd, samenspel tussen zenuwstelsel en spierstelsel.
- Veel oefenen en herhalen: automatisme, coördinatietraining alleen nuttig bij goed uitgerust paard.
- Eerst algemene coördinatie goed, daarna kracht en snelheidstraining.

Slide 16 - Slide

Opdracht
Maak per hoofdstuk (6 t/m 9) 3 toetsvragen. Schrijf daarbij ook de antwoorden op.

Dit mag in 2- of 3-tallen.

Slide 17 - Slide

Hoe kijk je terug op deze nieuwe leerstof?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Hoe kan je deze lesstof toepassen in 'het echte leven'? Denk aan stage, bij eigen / verzorgpaard

Slide 19 - Mind map

Volgende les
Herhaling
Toets H6 t/m 9

Slide 20 - Slide