werkwoordspelling quiz 1B

Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 
WAT: We maken een klassenquiz werkwoordspelling tegenwoordige tijd.  Je maakt minimaal 3 vragen met antwoorden. 
HOE: In viertallen 
HULP: Je overlegt in je tweetal
TIJD: 15 minuten
UITKOMST: Je komt met je vragen en antwoorden naar mij. We voegen ze toe aan de quiz op de  computer.
KLAAR: Je pakt je schrift en je pen, en noteert de regels die je kent voor werkwoordspelling in tegenwoordige tijd. 

Slide 2 - Slide

VOORBEELD
Opbouw vraag: (werkwoord)       zin .... 

Vraag: (wandelen)   Jij ..... elke ochtend vijf kilometer naar school. 

Antwoord: Jij wandelt elke ochtend vijf kilometer naar school. 

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen? 
WAT: We maken een klassenquiz werkwoordspelling tegenwoordige tijd.  Je maakt minimaal 3 vragen met antwoorden. 
HOE: In viertallen 
HULP: Je overlegt in je tweetal
TIJD: 15 minuten
UITKOMST: Je komt met je vragen en antwoorden naar mij. We voegen ze toe aan de quiz op de  computer.
KLAAR: Je pakt je schrift en je pen, en noteert de regels die je kent voor werkwoordspelling in tegenwoordige tijd. 

Slide 4 - Slide

(uitlaten) Wij ... de hond ...

Slide 5 - Open question

(maken) Iris ... het hok van Wampie schoon.

Slide 6 - Open question

(eten) De dinosaurus ... vanmiddag zijn prooi.

Slide 7 - Open question

(kijken) Wij ... met z'n allen tv.

Slide 8 - Open question

(lopen) Ik ... door de school.

Slide 9 - Open question

(vliegen) De eend ... door de school.

Slide 10 - Open question

(lopen) Ik ... naar jou toe.

Slide 11 - Open question

(ruiken) Jij ... aan de bloemen.

Slide 12 - Open question

(Lezen) Wij ... een boek.

Slide 13 - Open question

(bereiden) Jij ... het kerstdiner voor.

Slide 14 - Open question

(Lezen) Nolan ... een boek.

Slide 15 - Open question

(trekken) Jelle ... een jas aan.

Slide 16 - Open question

(schrijven) ... Sjoerd op een blaadje?

Slide 17 - Open question

(gaan) ... jij dit weekend testen?

Slide 18 - Open question

(Zitten) Ik ... te gamen!

Slide 19 - Open question

(spelen) Ik ... met mijn vrienden.

Slide 20 - Open question

(zwemmen) Ik ... altijd in het meer.

Slide 21 - Open question

(maken) Ik ... het werkboekje zo snel mogelijk.

Slide 22 - Open question

(hebben) Gister ... ik nog even gelezen voordat ik ging slapen.

Slide 23 - Open question