werkwoordspelling quiz 1A

Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 
WAT: We maken een klassenquiz werkwoordspelling tegenwoordige tijd.  Je maakt minimaal 3 vragen met antwoorden. 
HOE: In viertallen 
HULP: Je overlegt in je tweetal
TIJD: 15 minuten
UITKOMST: Je komt met je vragen en antwoorden naar mij. We voegen ze toe aan de quiz op de  computer.
KLAAR: Je pakt je schrift en je pen, en noteert de regels die je kent voor werkwoordspelling in tegenwoordige tijd. 

Slide 2 - Slide

VOORBEELD
Opbouw vraag: (werkwoord)       zin .... 

Vraag: (wandelen)   Jij ..... elke ochtend vijf kilometer naar school. 

Antwoord: Jij wandelt elke ochtend vijf kilometer naar school. 

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen? 
WAT: We maken een klassenquiz werkwoordspelling tegenwoordige tijd.  Je maakt minimaal 3 vragen met antwoorden. 
HOE: In viertallen 
HULP: Je overlegt in je tweetal
TIJD: 15 minuten
UITKOMST: Je komt met je vragen en antwoorden naar mij. We voegen ze toe aan de quiz op de  computer.
KLAAR: Je pakt je schrift en je pen, en noteert de regels die je kent voor werkwoordspelling in tegenwoordige tijd. 

Slide 4 - Slide

(fietsen) Hij .......... elke dag 5 km.

Slide 5 - Open question

(Beantwoorden) Jij .............. alle vragen van de docent.

Slide 6 - Open question

(worden) .... jij later piloot?

Slide 7 - Open question

(worden) Morgen ... hij 13 jaar.

Slide 8 - Open question

(maken) Hoeveel sommen ... jij per les?

Slide 9 - Open question

(Worden) ... jij snel puber?

Slide 10 - Open question

(pakken) ... je pen of potlood!

Slide 11 - Open question

(dansen) Mijn vader ... op het liedje.

Slide 12 - Open question

(worden) Bertha ... zwanger.

Slide 13 - Open question

(kunnen) ... Duits leuk zijn?

Slide 14 - Open question

(verstoppen) Wij ... het lijk.

Slide 15 - Open question

(rennen) ... jij weg van de politie?

Slide 16 - Open question

(worden) Ik ... betrapt.

Slide 17 - Open question

(lopen) Ik ... in het bos.

Slide 18 - Open question

(gaan) Hoelaat ... jij naar school

Slide 19 - Open question

(stoppen) Wanneer ... de bus?

Slide 20 - Open question