HA3: Woordenschat: stijlfiguren test jezelf

Woordenschat
Van alles door elkaar
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat
Van alles door elkaar

Slide 1 - Slide

Test jezelf
Je vindt van alles door elkaar.
Succes!

Slide 2 - Slide

Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide


Het plaatje was een voorbeeld van een....
A
Vergelijking
B
Metafoor

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide


Het vorige plaatje was een voorbeeld van ...
A
Vergelijking
B
Metafoor

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Het vorige plaatje is een voorbeeld van een ...
A
Vergelijking
B
Metafoor

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Het vorige plaatje was een voorbeeld van ...
A
Vergelijking
B
Metafoor

Slide 11 - Quiz

'Je maakt van een mug een olifant.'
is een voorbeeld van een ...
A
Vergelijking
B
Metafoor

Slide 12 - Quiz

Een woord, zinsdeel of hele zin wordt een paar keer herhaald.
Hele sterke overdrijving.
Leven en dood worden bijv. gecombineerd, zodat ze meer opvallen.
Woorden worden opgesomd.
Ernstige of grote zaken worden als minder ernstig of minder groot voorgesteld.
Een verzachtende of verbloemende uitdrukking die gebruikt wordt in plaats van iets wat ruw of kwetsend gevoeld kan worden.
Opsomming

Herhaling
Hyperbool
Understatement
Eufemisme
Tegenstelling

Slide 13 - Drag question

Altijd november, altijd regen.
Altijd dit lege hart, altijd.

J.C. Bloem - November
A
opsomming
B
eufemisme
C
hyperbool
D
herhaling

Slide 14 - Quiz

Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje.


A
understatement
B
tegenstelling
C
opsomming
D
eufemisme

Slide 15 - Quiz


Ik heb voor goed geld slechte spullen gekocht.

A
opsomming
B
tegenstelling
C
hyperbool
D
understatement

Slide 16 - Quiz


De directeur heeft een leuk salarisje.

A
herhaling
B
eufemisme
C
understatement
D
opsomming

Slide 17 - Quiz


Deze wijk heeft te maken met probleemjongeren.
A
understatement
B
hyperbool
C
opsomming
D
eufemisme

Slide 18 - Quiz


De regen viel met bakken uit de lucht.
A
understatement
B
hyperbool
C
eufemisme
D
herhaling

Slide 19 - Quiz


Geld, ja, geld is het enige wat hem bezig houdt.
A
herhaling
B
tegenstelling
C
eufemisme
D
hyperbool

Slide 20 - Quiz

We kopen wijn, kaas en brood.
A
herhaling
B
opsomming
C
tegenstelling
D
hyperbool

Slide 21 - Quiz

evaluatie

Slide 22 - Slide

Waar heb je nog moeite mee?

Slide 23 - Open question