H4.2 Reactievergelijkingen

H4.2 reactievergelijkingen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4.2 reactievergelijkingen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Bespreken toets H3
  • Kijken hoe je een reactieschema kunt opstellen.
  • Kijken hoe je hiervan een reactievergelijking kunt maken.
Hoe gaan we dit doen?
  • Uitleg
  • samen oefenen
  • zelf oefenen

Slide 2 - Slide

Weet je nog?
Index: Kleine getalletje in de molecuulformule -> 2 in SO
Coëfficiënt: getal voor de molecuulformule, 5 in 5 NaCl 

Atomen zijn alleen, behalve sommige atomen, die zijn altijd met z'n tweeën: 
Claartje Fietst In Haar Onderbroek Naar Breda

Slide 3 - Slide

Reactieschema
Een chemische reactie kun je verkort weergeven in een reactieschema, waarin je de namen en de toestandsaanduidingen van de beginstoffen voor de pijl en van de reactieproducten achter de pijl plaatst.
Toestandsaanduidingen: gas (g), vast (s), vloeibaar (l) en opgelost (aq)

Slide 4 - Slide

Reactievergelijking
In een reactievergelijking is er voor en na de pijl een gelijk aantal atomen van elke soort aanwezig.

Je noemt dat een kloppende reactievergelijking.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Stappenplan

  • Schrijf het reactieschema op in woorden
  • Vervang de woorden door symbolen
  • Schrijf van elk soort atoom het aantal op, voor de pijl
  • Schrijf van elk soort atoom het aantal op, na de pijl
  • Pas het aantal atomen aan door de coëfficiënt te veranderen
  • Controleer of voor en na de pijl evenveel van elk atoomsoort
    aanwezig is.



Wat is de reactievergelijking van de verbranding van methaan?

Slide 7 - Slide

Regels kloppend maken
  • Voor en na de pijl moeten van elke atoomsoort evenveel atomen zijn 
  • Aan de moleculen zelf mag je niets veranderen (de index verandert niet
  • Let op !! Als je op een half getal uitkomt voor de moleculen, doe je alle getallen (coëfficiënten) keer 2 
  • Let op !! Uiteindelijk moeten de coëfficiënten de kleinst mogelijke hele getallen zijn. 

Slide 8 - Slide

stikstof wordt door het toevoegen van waterstof omgezet in ammoniakgas. Op deze manier kunnen wij de eerste stap zetten in de productie van landbouwmeststoffen. 

  • Schrijf het reactieschema op in woorden
  • Vervang de woorden door symbolen
  • Schrijf van elk soort atoom het aantal op, voor de pijl
  • Schrijf van elk soort atoom het aantal op, na de pijl
  • Pas het aantal atomen aan door de coëfficiënt te veranderen
  • Controleer of voor en na de pijl evenveel van elk atoomsoort
    aanwezig is.



Slide 9 - Slide

Maak nu opdracht 24

  • Schrijf het reactieschema op in woorden
  • Vervang de woorden door symbolen
  • Schrijf van elk soort atoom het aantal op, voor de pijl
  • Schrijf van elk soort atoom het aantal op, na de pijl
  • Pas het aantal atomen aan door de coëfficiënt te veranderen
  • Controleer of voor en na de pijl evenveel van elk atoomsoort
    aanwezig is.



Wat is de reactievergelijking van de verbranding van methaan?
timer
10:00

Slide 10 - Slide

online oefenen
tot 5 minuten voor einde 

Slide 11 - Slide

Zelfstandig leren 
Wat: PHET COLORADO
Hoe: eerste 5 minuten in stilte daarna fluisteren
Tijd: tot 5 minuten voor het einde van de les
Hulp: docent of leerling
Klaar: Leer samenvatting/opdrachten online omgeving
timer
20:00

Slide 12 - Slide

Oefenen met Phet Colorado 
Zie volgende slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Huiswerk

Maken Opdracht
20 t/m 32 pagina 118 t/m 119

Slide 15 - Slide

Leerdoelen deze les
  • Je kunt het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking aangeven.
  • Je kunt een kloppende reactievergelijking opstellen.


    Aan de slag met stencil met reactievergelijkingen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Welke reactievergelijkingen stellen ontleden voor?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 18 - Quiz

Bij welke reactie ontstaan er meer koolstofdioxidemoleculen? Bij de verbranding van methaan of de verbranding van etheen?
(Stel eerst de reactievergelijkingen op.)
A
Verbranding van methaan
B
Verbranding van etheen

Slide 19 - Quiz

Bij welke reactie ontstaan er meer koolstofdioxidemoleculen? Bij de verbranding van
methaan of de verbranding van etheen?
(Stel eerst de reactievergelijkingen op.)

Slide 20 - Open question

Wat is een kenmerk van een chemische reactie?
A
Er treedt een energie-effect op
B
beginstoffen veranderen in reactieproducten
C
De wet van Lavoisier geldt
D
Alledrie de kenmerken zijn juist

Slide 21 - Quiz

Wat is het verschil tussen een reactieschema en reactievergelijking?
A
Reactieschema = symbolen Reactievergelijking = woorden
B
Reactieschema = niet kloppend Reactievergelijking = wel kloppend gemaakt
C
Reactieschema = woorden Reactievergelijking = symbolen
D
Er is geen verschil tussen een reactieschema en vergelijkingen

Slide 22 - Quiz

Wat zijn de beginstoffen in dit reactieschema?
A
Zilver en chloor
B
Zilverchloride
C
Zilver
D
Chloor

Slide 23 - Quiz

Wat moet er staan op
de plaats van de x?
A
12
B
25
C
13
D
9

Slide 24 - Quiz