les 5 incongruentie

Welkom 4H

Pak alvast je reader formuleren voor je. We hebben zo eerst pitches!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom 4H

Pak alvast je reader formuleren voor je. We hebben zo eerst pitches!

Slide 1 - Slide

Planning pitches
donderdag 01-02 les I
Ole
Noah
donderdag 01-02 les II
Aron
Claire
vrijdag 02-02
Hajar
Jordy en Noah
dinsdag 06-02 
Darrel
Michelle
vrijdag 09-02
Timothy 
Youp

Slide 2 - Slide

Deze les
- Drie pitches
- Uitleg incongruentie
- Zelf opdrachten over verwijsfouten nakijken (van gisteren)
- opdrachten over incongruentie maken

Slide 3 - Slide

Belangrijke data:
  • Toets formuleren: 
                              - vrijdag 16-02 
  • Boekopdracht leesboek 3 (recensie schrijven)
                              - Deadline 22 maart

Slide 4 - Slide

Incongruentie 
Incongruentie = iets past niet bij elkaar (niet congruent)
In taal: persoon en getal moeten bij elkaar passen
Kijk maar:                                     De vogel zit op de stok (enkelvoud)

Slide 5 - Slide

Incongruentie 
Incongruentie = iets past niet bij elkaar (niet congruent)
In taal: persoon en getal moeten bij elkaar passen
Kijk maar:                                     De vogel zit op de stok (enkelvoud) 
                                                           De vogels zitten op de stok (meervoud)

Slide 6 - Slide

Incongruentie 
Incongruentie = iets past niet bij elkaar (niet congruent)
In taal: persoon en getal moeten bij elkaar passen
Kijk maar:                                     
                                                           De vogel zitten op de stok (INCONGRUENTIE)

Slide 7 - Slide

Incongruentie 
Dus: het onderwerp zegt enkelvoud, en de persoonsvorm zegt meervoud (of andersom)
Drie smaakjes:
  1.  Het ow lijkt ev, maar is mv (of andersom)
  2.  Het ow en pv staan heel ver uit elkaar
  3.  Het mv wordt per ongeluk voor ow aangezien

Slide 8 - Slide

Incongruentie 
  1.  Het ow lijkt ev, maar is mv (of andersom)

Een aantal leerlingen hoopt/hopen op een fijne kerst.
Hij denkt dat alle media de linkse politiek steunt/ steunen.

Slide 9 - Slide

Incongruentie 
  1.  Het ow lijkt ev, maar is mv (of andersom)

  • Een aantal leerlingen hoopt/hopen op een fijne kerst.
  • Hij denkt dat alle media de linkse politiek steunt/ steunen.

Slide 10 - Slide

Incongruentie 
2. Het ow en pv staan heel ver uit elkaar

Het gebruik van gas en elektriciteit in de sociale huurwoningen van de wijk Noord zal/zullen verder toenemen.

Slide 11 - Slide

Incongruentie 
2. Het ow en pv staan heel ver uit elkaar

Het gebruik van gas en elektriciteit in de sociale huurwoningen van de wijk Noord zal/zullen verder toenemen.

Slide 12 - Slide

Incongruentie 
3.  Het mv wordt per ongeluk voor ow aangezien

  • De leerlingen wordt/worden gevraagd hun hand op te steken.

  • [Aan] de leerlingen wordt (iets) gevraagd.



Slide 13 - Slide

Aan de slag!
  • Elk tweetal krijgt een nakijkblad 
  • Kijk de opdrachten van gisteren na (blz. 13 en verder)
  • Maak daarna opdracht  A en B op blz. 15 en 16.
  • Probeer ze deze les af te krijgen dan kijken we ze nog na.

Slide 14 - Slide

Nakijken opdracht A
  • 1. groepje > ev > verzorgde
  • 2. De leerlingen van de examenklassen ... iets gevraagd > ev > werd
  • 3. De meerderheid > ev > is
  • 4. Media > mv > spreken
  • 5. De vijftien mensen > mv > hebben
  • 6. Spannende fantasyserie > ev > is


Slide 15 - Slide

Nakijken opdracht B
  • 1. verder zal toenemen (het gebruik = ev)
  • 2. ontstaat (een hoop = ev)
  • 3. stellen (de media = mv)
  • 4. heeft (1000 liter dieselolie = ev)
  • 5. beschermde (de politie = ev) en let op: verleden tijd



Slide 16 - Slide