F Oefenen met verwijsfouten. Reader blz. 12, 13
1. Het lekkerste wat ik ooit heb gegeten, is truffelpasta met kaas.
2. Mijn broertjes zijn erg rommelig, dus mijn moeder heeft hun duidelijk gemaakt dat ze elke week zelf moeten stofzuigen.
3. De kinderen met wie wij vroeger speelden, zijn inmiddels allemaal verhuisd.
4. Mijn moeder bakt elk jaar zelf oliebollen, wat altijd erg lekker is.
5. Alles wat ik voor de toetsweek moet leren, houd ik bij in deze app.
6. Het hondje waarmee ik regelmatig een rondje ga lopen, is van mijn buren.