les 29 formuleren les 5 (verkeerd verwijzen 3)


Pak vast:
- een pen
- je reader formuleren

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Pak vast:
- een pen
- je reader formuleren

Slide 1 - Slide

Formuleren les 4

Slide 2 - Slide

Wat gaan we leren?
Je herkent stijlfiguren en stijlfouten in een tekst.
  • 1. Pleonasme 2. Tautologie 3. Dubbele ontkenning
  • 4. Contaminatie
  • 5. Verkeerd verwijzen
  • 6. Incongruentie
  • 7. Dat/als-constructie
  • 8. Foutieve samentrekking
  • 9. Foutieve beknopte bijzin
  • 10. Onjuist begrenzen
  • 11. Onjuiste inversie 



Slide 3 - Slide

Deze les
  • Verkeerd verwijzen nakijken (opdracht D. blz. 13)
  • Uitleg verwijsfouten (vervolg)
  • Uitleg incongruentie
  • zelf oefenen met verwijsfouten

Slide 4 - Slide

Wat gaat er vaak fout?
1. Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig (geslacht)
2. Het woord ‘wat’ of 'dat'?
3. Hen of hun?
4. Wie of waar?
5. Slordig verwijzen

Slide 5 - Slide

Nakijken opdracht D blz. 13
  • 1. hun kamer (bezittelijk)
  • 2. hun (mv zonder vz)
  • 3. van hen (met vz)
  • 4. Hun (bezittelijk)
  • 5. voor hen (mv met vz)

Slide 6 - Slide

hen of hun, wie of waar?
lees de theorie uit de reader
- blz. 4 D: wie of waar (+ voorzetsel)

Slide 7 - Slide

... wie of waar ....?
  1. Dat is het boek op wie / waarop de film is gebaseerd.
  2. Dat is het meisje met wie / waarmee ik de opdracht maak.
  3. Pak even de schroevendraaier waarmee / met wie je dat bureau in elkaar hebt gezet.
  4. Dat is de directeur in wie / waarin mijn ouders veel vertrouwen hebben.

Slide 8 - Slide

1: Je verwijst naar iets zonder dat het ding eerder genoemd is…
2: … of er zijn juist te veel opties eerder genoemd!
>> Chique gezegd: het antecedent ontbreekt (1) of er zijn meerdere antecedenten (2)
1: Literatuur is voor veel leerlingen lastig; ze zijn moeilijk te lezen.
2:  Er moet een verbod op onverdoofd slachten komen, omdat ze anders heel veel pijn lijden. 
3: Emma zei tegen Naomi dat ze voor haar verjaardag AirPods krijgt.




Slordig verwijzen

Slide 9 - Slide

Incongruentie 
(onderwerp en persoonsvorm)


Incongruentie = iets past niet bij elkaar (niet congruent)
In taal: persoon en getal moeten bij elkaar passen
Kijk maar:                                     De vogel zit op de stok (enkelvoud)

Slide 10 - Slide

Incongruentie 
(onderwerp en persoonsvorm)


Incongruentie = iets past niet bij elkaar (niet congruent)
In taal: persoon en getal moeten bij elkaar passen
Kijk maar:                                     De vogel zit op de stok (enkelvoud)
                                                          De vogels zitten op de stok (meervoud)

Slide 11 - Slide

Incongruentie 
(onderwerp en persoonsvorm)


Incongruentie = iets past niet bij elkaar (niet congruent)
In taal: persoon en getal moeten bij elkaar passen
Kijk maar:                                     De vogel zit op de stok (enkelvoud)
                                                          De vogels zitten op de stok (meervoud)

De vogel zitten op de stok (INCONGRUENTIE)

Slide 12 - Slide

Incongruentie 
Dus: het onderwerp zegt enkelvoud, en de persoonsvorm zegt meervoud (of andersom)
Drie smaakjes:
  1.  Het ow lijkt ev, maar is mv (of andersom)
  2.  Het ow en pv staan heel ver uit elkaar
  3.  Het mv wordt per ongeluk voor ow aangezien

Slide 13 - Slide

Incongruentie 
  1.  Het ow lijkt ev, maar is mv (of andersom)

Een aantal leerlingen hoopt/hopen op een fijne kerst.
Hij denkt dat alle media de linkse politiek steunt/ steunen.

Slide 14 - Slide

Incongruentie 
  1.  Het ow lijkt ev, maar is mv (of andersom)

Een aantal leerlingen hoopt/hopen op een fijne kerst.
Hij denkt dat alle media de linkse politiek steunt/ steunen.

Slide 15 - Slide

Incongruentie 
  1.  Het ow lijkt ev, maar is mv (of andersom)

  • Een aantal leerlingen hoopt/hopen op een fijne kerst.
  • Hij denkt dat alle media de linkse politiek steunt/ steunen.

Slide 16 - Slide

Incongruentie 
2. Het ow en pv staan heel ver uit elkaar

Het gebruik van gas en elektriciteit in de sociale huurwoningen van de wijk Noord zal/zullen verder toenemen.

Slide 17 - Slide

Incongruentie 
2. Het ow en pv staan heel ver uit elkaar

Het gebruik van gas en elektriciteit in de sociale huurwoningen van de wijk Noord zal/zullen verder toenemen.

Slide 18 - Slide

Incongruentie 
3.  Het mv wordt per ongeluk voor ow aangezien

  • De leerlingen wordt/worden gevraagd hun hand op te steken.

  • [Aan] de leerlingen wordt (iets) gevraagd.



Slide 19 - Slide

Oefenen
Maak bij verwijsfouten opdracht E en F blz. 14, 15
En bij incongruentie opdracht A blz. 15, 16

Slide 20 - Slide

Kies een nieuw leesboek

  • Geef voor volgende week vrijdag je nieuwe leesboek door.
  • Het moet een B of C-boek zijn (zie lijst in teams)
  • Je mag ook zelf een boek op niveau kiezen. (overleg met docent)
  • Deadline: 17 januari!
In duo's!

Slide 21 - Slide