What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoordspelling klas 1V
Welkom!
Pak je leesboek.
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Pak je leesboek.
Slide 1 - Slide
Vandaag
Herhaling wwspelling
Start H5 spelling
Toets:
Maandag 4 april (6e uur). Werkwoordspelling H1 t/m H5.
Slide 2 - Slide
Werkwoordspelling
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
PVTT (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
Zoek eerst het onderwerp dat erbij hoort!
Makkie! Gewoon 'lopen' gebruiken en dan doe je het altijd goed.
Slide 5 - Slide
Benoem het werkwoord tussen haakjes:
Na een lange wandeling moesten wij wel even (rusten)
A
PVTT
B
PVVT
C
INF
D
VD
Slide 6 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Na een lange wandeling moesten wij wel even (rusten)
A
ruste
B
rusten
C
rustte
D
rustten
Slide 7 - Quiz
Benoem het werkwoord tussen haakjes:
(Ondervinden) je veel last van die blessure?
A
PVTT
B
PVVT
C
INF
D
VD
Slide 8 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
(Ondervinden) je veel last van die blessure?
A
Ondervind
B
Ondervint
C
Ondervindt
Slide 9 - Quiz
PVVT (persoonsvorm verleden tijd)
Sterke werkwoorden
Hebben geen regels! Dit moet je weten door te lezen.
Zwakke werkwoorden
Kijk bij het sexy fokschaap alleen naar de medeklinkers!
Slide 10 - Slide
Benoem het werkwoord tussen haakjes:
De ontzettende saaie uitstapjes op de basisschool in Rotterdam (kosten) vroeger maar weinig geld:
A
PVTT
B
PVVT
C
INF
D
VD
Slide 11 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
De ontzettende saaie uitstapjes op de basisschool in Rotterdam (kosten) vroeger maar weinig geld.
A
koste
B
kosten
C
kostte
D
kostten
Slide 12 - Quiz
Benoem het werkwoord tussen haakjes:
Vorige week (beleven) het zieke jongetje de dag van zijn leven!
A
PVTT
B
PVVT
C
INF
D
VD
Slide 13 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Vorige week (beleven) het zieke jongetje de dag van zijn leven!
A
beleefte
B
beleefde
C
beleevte
D
beleevden
Slide 14 - Quiz
INF (infinitief)
Pas op:
- Apen kunnen niet vliegen.
pvtt inf
Bij bovenstaande zin kun je voor beide werkwoorden 'wij' zetten, maar de persoonsvorm gaat voor.
Slide 15 - Slide
VD (voltooid deelwoord)
1. Zoek eerst de persoonsvorm!
2. Is deze een vorm van 'hebben', 'zijn' of 'worden'?
3. Ja? Dan is het laatste werkwoord een voltooid deelwoord.
Voltooid deelwoorden beginnen vaak met ge-, be-, ver-, ont-, er-, her-, mis-.
Slide 16 - Slide
Benoem het werkwoord tussen haakjes:
Er is deze week weer veel (gebeuren).
A
PVTT
B
PVVT
C
INF
D
VD
Slide 17 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Er is deze week weer veel (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 18 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Wij hebben al heel wat rare dingen met haar (beleven).
A
beleefd
B
beleeft
Slide 19 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Drie ongevallen hebben tot een verkeerschaos (geleiden).
A
geleit
B
geleidt
C
geleid
Slide 20 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Voor dat feest hebben zij zich behoorlijk (uitsloven).
A
uitgesloofd
B
uitgeslooft
Slide 21 - Quiz
OVD (onvoltooid deelwoord)
Hele ww + D
Het is nog bezig, terwijl je het doet. Er gebeuren dus twee dingen tegelijk.
Knipogend
fietste hij voorbij.
De mannen vielen
knokkend
door de deur.
Slide 22 - Slide
Spel het werkwoord tussen haakjes:
(Huilen) zocht het kind naar zijn moeder.
A
Huilen
B
Huilend
C
Huilent
Slide 23 - Quiz
VD als BN
(voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)
Zie je achter een werkwoord een ZN staan dat erbij hoort?
Dan is het een VD bijv. gebruikt!
Zorg ervoor dat je het zo kort mogelijk schrijft (en moet goed uit te spreken zijn).
Slide 24 - Slide
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Het (stranden) schip (worden) morgen losgetrokken.
A
gestrande, word
B
gestrandde, word
C
gestrande, wordt
D
gestrandde, wordt
Slide 25 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
Het (verlaten) gebouw werd door krakers bezet.
A
verlate
B
verlaten
C
verlaatte
D
verlaatten
Slide 26 - Quiz
Spel het werkwoord tussen haakjes:
De douane haalde de mensen met de (vervalsen) paspoorten er meteen uit.
A
vervalsde
B
vervalsden
C
vervalste
D
vervalsten
Slide 27 - Quiz
Aan de slag
Maak de online opdrachten bij H5 Werkwoordspelling. Ben je nog niet klaar met de andere hoofdstukken? Maak dan die eerst af.
Woensdag moet alles af zijn.
Slide 28 - Slide
Einde deel 1
5 minuten pauze.
Slide 29 - Slide
Boekenopdracht
Een flyer maken.
Slide 30 - Slide
Aan de slag
Maak de online opdrachten bij H5 Werkwoordspelling. Ben je nog niet klaar met de andere hoofdstukken? Maak dan die eerst af.
Woensdag moet alles af zijn.
Slide 31 - Slide
Einde
Slide 32 - Slide
More lessons like this
Werkwoordspelling klas 1 HV
March 2019
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
HH Alle Werkwoordspelling
September 2020
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling klas 1 HV
April 2021
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
herhaling werkwoordspelling
September 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
K2 herhaling pv-vt/voltooid deelwoord
December 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
M1 les 33 pv-vt/voltooid deelwoord
November 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
B2A herhaling pv-vt/voltooid deelwoord
February 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4F werkwoordspelling (halverwege)
March 2022
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1