Taal 11-6

Meewerkend voorwerp
1 / 17
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meewerkend voorwerp

Slide 1 - Slide

Het meewerkend voorwerp
Geeft antwoord op de vraag:
Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Slide 2 - Slide

Wat moeten we als eerste vinden om het meewerkend voorwerp te kunnen vinden?
A
Het gezegde
B
Het onderwerp
C
Het lijdend voorwerp
D
Het persoonlijk voornaamwoord

Slide 3 - Quiz

Wat is het gezegde?

Slide 4 - Open question

Wat moeten we na het gezegde vinden om het meewerkend voorwerp te kunnen vinden?
A
Het persoonlijk voornaamwoord
B
Het lijdend voorwerp
C
Het onderwerp
D
Het gezegde

Slide 5 - Quiz

Hoe vinden we het onderwerp?

Slide 6 - Open question

Wat moeten we na het onderwerp vinden om het meewerkend voorwerp te kunnen vinden?
A
Het persoonlijk voornaamwoord
B
Het lijdend voorwerp
C
Het onderwerp
D
Het gezegde

Slide 7 - Quiz

Hoe vinden we het lijdend voorwerp?

Slide 8 - Open question

Hoe vinden we het meewerkend voorwerp?

Slide 9 - Open question

Voorbeeld
Boaz geeft aan mij mijn woordenboek niet terug.

Slide 10 - Slide

Samen
Lea geeft aan haar een blauwe pen

Slide 11 - Slide

Samen
Ik heb aan de meester een brief geschreven

Slide 12 - Slide

Zelf
De meester geeft aan mij extra les in taal

Slide 13 - Open question

Zelf
Siem schrijft aan Leo een lange mail

Slide 14 - Open question

Zelf
Ik heb jou een potlood gegeven

Slide 15 - Open question

Aan de slag
1 of minder goed? Bij mij aan de instructietafel
2 of 3 goed? Kijk waar je in de leerraket staat.

Ga aan de slag met de kleur die bij jou past.
Onderin staat ook welke kleur de opdracht is.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link