2THF 1.7 gramm. zinsdelen les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

• Lezen (10 minuten)
• Doelen
• Theorie
• Opdrachten/huiswerk
• Afsluiting

Welkom bij Nederlands!

Tekst

Mevrouw Muilenburg

Inhoud

• 10 min. stil lezen
  
• Woord van de week
• Huiswerk nakijken:  H1.7 gramm. zinsdelen opdr. 1 t/m 3
• Quizje
• Nieuw huiswerk: H1.7 opdr. 11 t/m 17 en 19 + een toetsje in de les maken (niet voor een cijfer)
• Klaar? --> stil lezen + boekverslag

• Afsluiting

urbaan

Even op een rijtje

pv = vraagzin maken (ww komt vooraan)

wg = alle ww (te + aan het + splitsbare ww + zich)

ng = alle ww + toestand  (kww --> vervangbaar door blijven/zijn/lijken/worden)

o = wie/wat + gez.?

lv = wie/wat + gez. + o (+ gez.)?

mv = aan/voor wie/wat is het bestemd?

bwb = prullenbakwoorden (blijven over + geven antwoord op w + h-vragen)

Wat is/zijn de pv('s)?: Reis jij vaak met het vliegtuig of neem je wel eens de trein?

1. Reis
2. jij, je
3. jij
4. Reis, neem

Hoeveel zinsdelen?: Reis jij vaak met het vliegtuig of neem je weleens de trein?

1. 9
2. 10
3. 11
4. 12

Zit hier een ng of wg in?

1. ng
2. wg

Wat is de wg?: Reis jij vaak met het vliegtuig of neem je weleens de trein?

1. Reis
2. Reis, neem

Wat is het o?: Reis jij vaak met het vliegtuig of neem je weleens de trein?

1. Jij
2. het vliegtuig, de trein
3. Jij, je
4. het vliegtuig

Wat is het lv?: Reis jij vaak met het vliegtuig of neem je weleens de trein?

1. vaak, weleens
2. het vliegtuig
3. de trein
4. het vliegtuig, de trein

Hoe vind je het mv?: Reis jij vaak met het vliegtuig of neem je weleens de trein?

1. vraagzin van maken --> eerste woord
2. alle ww + te + aan het + splitsbare ww + zich
3. wie/wat + gez. + o (+gez.)?
4. aan/voor wie/wat is iets bestemd?

Wat is het mv?: Reis jij vaak met het vliegtuig of neem je weleens de trein?

1. vaak, weleens
2. vaak
3. -
4. of

Hoe vind je de bwb?

1. wie/wat + gez.?
2. alle ww + te + aan het + zich + splitsbare ww
3. prullenbakwoorden + antwoord op w+h-vragen
4. wie/wat + gez. + o (+gez.)?

Wat is de bwb?: Reis jij vaak met het vliegtuig of neem je weleens de trein?

1. vaak, met het vliegtuig, ook, weleens
2. vaak, met het vliegtuig, ook
3. vaak, weleens
4. vaak, met het vliegtuig, weleens