§13.2 Continu, discreet, nominaal en ordinaal

Soorten variabelen 
KWALITATIEF (geen getal)
- Nominale variabele 
(categorie)
- Ordinale variabele 
(categorie + volgorde)
KWANTITATIEF (getal)
- Discrete variabele 
(losse waarden)
- Continuvariabele 
(tussenliggende waarden)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Soorten variabelen 
KWALITATIEF (geen getal)
- Nominale variabele 
(categorie)
- Ordinale variabele 
(categorie + volgorde)
KWANTITATIEF (getal)
- Discrete variabele 
(losse waarden)
- Continuvariabele 
(tussenliggende waarden)

Slide 1 - Slide

Kwalitatieve variabele 



De variabele hobby wordt bijvoorbeeld uitgedrukt in ‘voetbal’, ‘hockey’ en ‘paardrijden’. Hiermee kun je niet rekenen.
 

Kwalitatieve variabelen zijn variabelen waarvan we de uitkomsten niet uitdrukken in getallen, maar in woorden. 

Slide 2 - Slide

Kwalitatieve variabele 
De kwalitatieve variabelen kunnen we onderscheiden:
  • Nominale variabele (categorie)
Bijvoorbeeld het geslacht.
Deze variabele heeft twee mogelijke waarden: man of vrouw. Man en vrouw kun je zien als labels voor de twee verschillende geslachten.

  • Ordinale variabele (categorie +volgorde)
Bijvoorbeeld een werkhouding
Dit wordt beoordeeld met onvoldoende, matig, voldoende en goed.

Slide 3 - Slide

Kwantitatieve variabele 
d


De variabele schoenmaat of gewicht wordt bijvoorbeeld uitgedrukt in getallen. Hiermee kun je rekenen. 
Bij kwantitatieve variabelen drukken we de uitkomsten wel uit in getallen. 

Slide 4 - Slide

Kwantitatieve variabele 
De kwantitatieve variabelen kunnen we onderscheiden:
  • Discrete variabele (losse waarden)
Bijvoorbeeld schoenmaat, aantal kinderen in een gezin en huisnummer.

  • Continue variabele (tussenliggende waarde)
Bijvoorbeeld lengte, gewicht en tijd



Slide 5 - Slide

Favoriete band
A
Nominaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu

Slide 6 - Quiz

Aanschafprijs smartphone
A
Nominaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu

Slide 7 - Quiz

Bloedgroep
A
Nominaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu

Slide 8 - Quiz

Maximale windsnelheid
A
Nominaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu

Slide 9 - Quiz

Kwaliteit van een hotel: aantal sterren
A
Nominaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu

Slide 10 - Quiz