Examentermen CM 2.1 t/m 2.5

1 / 48
next
Slide 1: Slide
marketingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Deze fase volgt op de fase waarin de interne en externe analyse wordt uitgevoerd.
A
Strategische opties
B
SWOT-analyse
C
Strategische keuze
D
Implementatie

Slide 5 - Quiz

Tijdens deze fase wordt de nieuwe marketingmix gekozen.
A
Strategische keuze
B
SWOT-analyse
C
Implementatie
D
Situatieanalyse

Slide 6 - Quiz

Er wordt gekeken naar welke optie er zijn. Welke fase is dit?
A
SWOT-analyse
B
Strategische keuze
C
Strategische optie
D
Evaluatie

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Een producent van laptops verkoopt in NL. Hij gaat volgend jaar ook telefoons verkopen in NL. Van welke groeistratgie is er sprake?
A
Marktontwikkeling
B
Diversificatie
C
Marktpenetratie
D
Productontwikkeling

Slide 9 - Quiz

Een pinda fabrikant verkoopt in Azië. Ze willen naast pinda's ook chocoladenoten verkopen in Europa. Van welke groeistrategie is er sprake?
A
Productontwikkeling
B
Diversificatie
C
Marktpenetratie
D
Marktontwikkeling

Slide 10 - Quiz

Een autodealer wil groeien in de huidige markt. Ze voegen daarom twee nieuwe auto's aan het assortiment toe. Van welke groeistrategie is er sprake?
A
Diversificatie
B
Marktontwikkeling
C
Marktpenetratie
D
Productontwikkeling

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Door de introductie van een nieuwe winkel heeft de webshop minder omzet. Dit noemt men ...
A
Geconcentreerde marketing
B
Kannibalisatie
C
Ongedifferentieerde marketing
D
Contrasegmentatie

Slide 18 - Quiz

Een producent richt zich maar op één doelgroep. Hier is sprake van ...
A
Gedifferentieerde marketing
B
Geconcentreerde marketing
C
Ongedifferentieerde marketing
D
Kannibalisatie

Slide 19 - Quiz

Een producent richt zich op zowel de groothandels als detaillisten met dezelfde strategie, hier is sprake van ...
A
Gedifferentieerde marketing
B
Geconcentreerde marketing
C
Ongedifferentieerde marketing
D
Kannibalisatie

Slide 20 - Quiz

Een boekenhandelaar richt zich met verschillende formules op verschillende doelgroepen, hier is sprake van ...
A
Gedifferentieerde marketing
B
Geconcentreerde marketing
C
Ongedifferentieerde marketing
D
Contrasegmentatie

Slide 21 - Quiz

De verschillende segmenten worden samengevoegd. Dit heet ...
A
Gedifferentieerde marketing
B
Geconcentreerde marketing
C
Ongedifferentieerde marketing
D
Contrasegmentatie

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Een product van luxe horloges richt zich op mensen in klasse A, de welgestelden. Welk segmentatiecriteria is van toepassing?
A
Geografisch
B
Demografisch
C
Psychografisch
D
Socio-economisch

Slide 31 - Quiz

Een groothandel in levensmiddelen richt zich op gezinnen. Welk segmentatiecriteria is van toepassing?
A
Geografisch
B
Demografisch
C
Psychografisch
D
Socio-economisch

Slide 32 - Quiz

Een pizzabakker richt zich op de regio 25km om zijn restaurant heen. Welk segmentatiecriteria is van toepassing?
A
Geografisch
B
Demografisch
C
Psychografisch
D
Socio-economisch

Slide 33 - Quiz

Een paardenmagazine richt zich op "ruiters van alle leeftijden". Welk segmentatiecriteria is van toepassing?
A
Geografisch
B
Demografisch
C
Psychografisch
D
Gedragsegmentatie

Slide 34 - Quiz

Supermakt "plus" richt zich op mensen die elke week cola kopen in de winkel. Welk segmentatiecriteria is van toepassing?
A
Geografisch
B
Demografisch
C
Psychografisch
D
Gedragsegmentatie

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Als een bedrijf zicht richt op bedrijven met een grote DMU, dan maken ze gerbuik van ...
A
Demografisch en geografische variabelen
B
Procesvariabelen
C
Inkoopaanpak
D
Situationele variabelen

Slide 45 - Quiz

De melkhandelaar richt zich alleen op bedrijven in het oosten van Nederland. Van welke variabele is hier sprake?
A
Geografische variabelen
B
Procesvariabelen
C
Inkoopaanpak
D
Situationele variabelen

Slide 46 - Quiz

Een handelaar selecteert de leverancier die nodig is op basis van de grootte van de order. Van welke variabele is hier sprake?
A
Geografische variabelen
B
Procesvariabelen
C
Inkoopaanpak
D
Situationele variabelen

Slide 47 - Quiz

Een producent selecteer op basis van de strategie die een onderneming gebruikt. Van welke variabele is hier sprake?
A
Geografische variabelen
B
Procesvariabelen
C
Inkoopaanpak
D
Situationele variabelen

Slide 48 - Quiz