CVA

CVA
CVA
1 / 47
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

CVA
CVA

Slide 1 - Slide

herseninfarct
steken in hoofd
misselijkheid/braken
nekpijn
Last van licht

uitval
onderzoek
kleine hersenen

hersenbloeding
pijn
maanden in coma
geen restverschijnselen
alcohol, roken, goede conditie
kwetsbare slagader, geopend
40j 

restverschijnselen overprikkel, spraak, energie, evenwicht, begrip, geheugen
Ander mens 
Verwachtingen
  • Naar elkaar luisteren
  • Actieve leerhouding
  • Telefoons en laptops weg wanneer deze niet nodig zijn

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
1. Aan het eind van de les kan je de 2 verschillende vormen van een CVA opnoemen.
2.Je kent aan het eind van de les minimaal 4 risicofactoren voor het krijgen van een CVA.
3.Je kunt de FAST koppelen aan wat je ziet bij een patiënt.
4. Je kan de  9 begrippen die gerelateerd zijn aan een CVA bij de juiste beschrijving leggen aan het eind van de les.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar: CVA staat voor Cerebro Vasculair Attack.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar: CVA is een verzamelnaam voor meerdere aandoeningen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar: een CVA is altijd 'bloedig'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar: Een CVA betekent letterlijk een 'ongeluk' in de bloedvaten van de hersenen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Cerebrovasculair accident

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

CVA
- 43.000 mensen per jaar krijgen een CVA
- Dat zijn ongeveer 117 mensen per dag
- CVA heeft 2 veel voorkomende vormen




Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de 2 veelvoorkomende vormen van een CVA?
A
Herseninfarct
B
Beroerte
C
Hersenbloeding
D
Stroke

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Herseninfarct (80%)
Hersenbloeding (20%)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Niet bloedig CVA (herseninfarct)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Herseninfarct
Oorzaak = verstopping slagader in de hersenen​

Resultaat = geen zuurstof in het achterliggend hersengebied ​
Hersenweefsel sterft af 
Verlies van lichaamsfuncties bv:​
onvermogen om arm/been te bewegen​
verlies van spraakvermogen​
vele andere





Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken voor afsluiting hersenslagader:​
Slagaderziekte = arteriosclerose (‘aderverkalking’)​
Bloedstolsel uit het hart, dat vastloopt in een hersenslagader 
Oorzaken voor afsluiting hersenslagader:​

Slagaderziekte = arteriosclerose (‘aderverkalking’)​
Bloedstolsel uit het hart, dat vastloopt in een hersenslagader 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bij boezemfibrilleren kunnen er bloedstolsels in de hartboezems ontstaan.
 
De bloedstolsels kunnen losraken ​
en worden via de halsslagaders vervoerd naar de hersenen.
Daar lopen ze vast in een hersenslagader en dit veroorzaakt een
 onbloedig CVA. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar: Een TIA is een klein CVA.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

TIA staat voor: ...

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

TIA (Transient Ischaemic Attack)
Een TIA is een beroerte, waarbij een stolsel vastloopt in een bloedvat in de hersenen:  Een tijdelijke afsluiting van een hersenvat. Meestal treedt binnen een half uur tot 24u volledig herstel op.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

TIA; 'een voorbijgaand CVA'tje'
Klachten als bij een klein CVA​ waarbij de klachten binnen 24 uur zijn verdwenen​.

Een TIA is bijna altijd een teken dat er problemen zijn in de hersenslagaders --> Bijna altijd een voorbode van een echt CVA.​

Gelukkig bestaan er preventieve maatregelen​.




Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

Wijs de studenten op het hoofdstuk Methodiek 2.8- Mijn studenten hebben dit ook gemaakt qua opdrachten. Dus hebben de voorkennis al.

Slide 23 - Video

CVA of Cerebro-vasculair accident. 
Oorzaken en aandoeningen die verhoogde kans op CVA geven:
  • Diabetes
  • Hypertensie
  • Hoog cholesterol
  • Roken
  • Overgewicht 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn alarmsignalen van een CVA?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Alarmsignalen CVA:
Plotse verlamming van arm, been of gelaat. ​

Plotse gevoelsstoornissen in arm, been of gelaat. ​
Plotse verwardheid, moeite om te spreken of om mensen te begrijpen. ​
Plotse klachten met zien, uitval van delen van het gezichtsveld​.
Plotse loop-moeilijkheden, duizeligheid of evenwichtsmoeilijkheden. ​
Plotse stoornissen in de vitale functies​.
Bloedig CVA: plots ernstige hoofdpijn.





Slide 26 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Welke symptomen uit de FAST herkende je?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

FAST

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Betekenis FAST
  • Dit zijn dus de dingen die je controleert als je een CVA vermoedt.​
  • Dit zijn de dingen die je rapporteert als je de arts belt​.
  • Spraak: let op of het gaat om:​

  1. Mompelen, onduidelijk spreken (motorisch probleem)​
  2. Wartaal (cognitief probleem)​
  • Tijd: zoek uit wanneer de symptomen zijn begonnen.




Slide 30 - Slide

This item has no instructions

De behandeling van een CVA moet zo snel mogelijk starten. De deadline is 4-6 uur. Waarom is dat?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Behandeling CVA
Behandelen moet zo snel mogelijk gebeuren want hoe sneller de verstopping is opgelost hoe groter de kans op een goed herstel.

Behandeling kan zijn:
  • Stolsel oplossende medicijnen
  • Stolsel verwijderen
  • Bloedverdunners stoppen en bloeddrukverlagers starten (bij bloedig CVA)
  • Evt. verhoogde hersendruk verminderen bijvoorbeeld door gaatje in schedel (bij bloedig CVA)
  • Coiling of Clipping

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Behandelen Bloeding door aneurysma

Slide 34 - Slide

Bloeding door aneurysma (uitstulping bloedvat in de hersenen)
Bij clippen wordt er een klemmetje (clip) op het aneurysma gezet. Het aneurysma wordt zo afgesloten en kan niet meer bloeden.
Coils zijn dunne platinadraadjes die de vorm aannemen van een spiraal als ze in het aneurysma worden ontplooit. Een stent (een soort buisje geweven van nitinoldraadjes) wordt gebruikt om de coils mooi op hun plaats in het aneurysma te houden. Door een stent langs het aneurysma te plaatsen en vervolgens op te vullen met coils is er geen bloedstroom meer in het aneurysma en kan het aneurysma niet meer gaan bloeden.
Revalidatie
Revalidatie begint vaak op een stroke unit en kan bestaan uit:
Fysiotherapie: Om kracht en mobiliteit te herstellen.
Ergotherapie: Voor dagelijkse activiteiten.
Logopedie: Voor spraak- en slikproblemen.
Psychologische begeleiding: Voor cognitieve en emotionele ondersteuning.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

CVA rechts of CVA links


Globaal:
CVA rechts…verschijnselen linker lichaamshelft
CVA links…verschijnselen rechter lichaamshelft



Slide 36 - Slide

This item has no instructions

De plaats bepaalt de gevolgen

Ieder hersendeel heeft een eigen functie.​
Als een bepaald hersendeel beschadigd wordt door het CVA, valt de functie van dat deel dus uit.​


Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Symptomen chronische fase
Verschijnselen > 6 maanden vaak blijvend. ​


Gevolgen afhankelijk van:​
Deel van brein (links/rechts/hersenstam)​
Hoeveelheid beschadigd weefsel​
Hoe goed iemand gerevalideerd heeft!!!​
Slappe verlamming (acute fase) wordt een spastische verlamming:​
Arm in ‘buigcontractuur’​
Been in ‘strekcontractuur’​







Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Symptomen
Uitvalsverschijnselen​

Motorische stoornissen​
Sensorische stoornissen​
Afasie (gebruik/begrip)​
Dysartrie​
Stoornissen in waarneming​
Neglect​
Apraxie​
Persevereren​
Geheugenstoornissen​
Emotionele stoornissen​
Gedragsveranderingen​
Slik en kauwproblemen​
Depressie​













Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Ken jij deze begrippen?! Welke uitleg hoort bij welk woord?!
Volledige verlamming één helft
Krachtsverlies één helft, iets beweging mogelijk
Uitval gezichtshelft
Gedeeltelijke of gehele 'verwaarlozing' van aangedane lichaamshelft
T.g.v. hersenletsel problemen met taalgebruik of -begrip
Onwillekeurige krampachtiche samentrekking van de spieren.
Stoornis in beweging, waardoor bekende, doelgerichte handelingen onmogelijk worden.
Hemiplegie
Hemiparese
Hemianopsie
Afasie
Spasme
Neglect
Apraxie

Slide 40 - Drag question

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Dhr. K. Man
Bekend met hartfalen (hoge RR en cholesterol). Eerder dit jaar een TIA gehad. Woont thuis en is mantelzorger voor echtgenote. Deze krijgt i.v.m. ernstige vermoeidheid en kortademigheid bij COPD hulp bij het douchen 2x per week. Vandaag kom jij bij het echtpaar om mw. te helpen met douchen. Je belt aan en het valt je op dat het erg lang duurt voor dhr. de deur komt opendoen. Hij lijkt ook niet gelijk te weten waar je voor komt. Meneer geeft aan slecht te hebben geslapen. Hij komt vermoeid over.





Slide 43 - Slide

This item has no instructions

 Medicatie
Simvastatine 1x dgs 20mg
Metoprolol 1x dgs 50mg
Omeprazol 1x dgs 40 mg
Clopidogrel 1x dgs 75mg 
Controles
Ademfrequentie: 20
Hartfrequentie: 104
Bloeddruk: 175/90
Bewustzijn: Beetje verward en suf
Temperatuur: 38.0
Saturatie: 97%




Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Je observeert het volgende:
Krachtsvermindering in de linker hand en arm (laat dingen vallen).
Loopt met een slepend been.
Na verloop van tijd krijgt dhr. moeite met het vinden van zijn woorden.
Na verloop van tijd ontstaat er hoofdpijn.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Wat is er aan de hand?
Een TIA, herseninfarct of hersenbloeding?
Waarom denk je dat?

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Tijdens deze les heb ik op een fijne manier geleerd over CVA en TIA.
Oneens
Neutraal
Eens

Slide 47 - Poll

This item has no instructions