TRK quizz

TRK quizz
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

TRK quizz

Slide 1 - Slide

Welke drie soorten warming-up zijn er?
A
Algemeen, gepersonaliseerde en stretching
B
Algemeen, specifieke en mentale
C
Globaal, passieve en mentale
D
Algemeen, passief en mentaal

Slide 2 - Quiz

Waarvoor doe je een warming-up?
A
om optimaal en geestelijk effe in orde te zijn
B
om optimale geestelijke en lichamelijke voorbereidingstoestand als ook blessures preventie tot doel te hebben
C
om lichamelijk warm te worden
D
om mentaal warm te worden

Slide 3 - Quiz

Waaruit bestaat een actieve warming-up:
A
Algemene, specifieke en een wedstrijd/training
B
Algemene, passieve en mentale
C
Algemene, specifieke en rekken en strekken
D
Uit delen

Slide 4 - Quiz

Waaruit bestaat een passieve warming-up:
A
rustig aan doen
B
massage en pep-talk
C
massage, infra-rood, warm bad/douche en inwrijven met smeermiddelen
D
massage, bad/douche, inwrijven met smeermiddelen

Slide 5 - Quiz

Mentale warming-up:
A
Muziek luisteren, tegen jezelf praten en coach
B
Visualiseren, muziek maken, pep-talk
C
Visualiseren, muziek luisteren en pep-talk
D
Muziek luisteren, pep-talk en mindfullness

Slide 6 - Quiz

Hoeveel fysiologische grondslagen zijn er?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 7 - Quiz

Wat wordt er bedoelt met afname van de viscositeit van de musculatuur?
A
Afname van spiermassa
B
Afname van de pannekoekenstroop
C
Afname van de spiermassa en musculatuur
D
Afname van de innerlijke weerstand van de spieren

Slide 8 - Quiz

Wat betekent optimalisering van de prikkelgeleiding?
A
Geleidingssnelheid neemt toe
B
Zenuwbanen nemen toe
C
Spierspoeltjes nemen toe
D
Spieren nemen toe

Slide 9 - Quiz

Wat betekent optimalisering van cardio-pulmonale systeem?
A
HF en SV nemen toe, waardoor HMV toeneemt
B
SV en HMV nemen toe, waardoor HF toeneemt
C
HMV neemt toe, waardoor HF en SV toenemen
D
SV en HMV nemen af, waardoor HF afneemt

Slide 10 - Quiz

Is een cooling-down belangrijk?
A
Ja
B
Nee
C
Er is geen bewijs voor
D
Mega

Slide 11 - Quiz

Hoeveel soorten lenigheid zijn er?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 12 - Quiz

Wat wordt bedoeld met actieve lenigheid?
A
Lenigheid die tot stand komt door verlening van de spieren
B
Lenigheid die tot stand komt
C
Komt tot stand door contractie van de agonisten en ontspanning van de antagonisten
D
De amplitude is een uitwerking van een uitwendige kracht

Slide 13 - Quiz

Verschil losmakende en lenigmakende oefeningen:
A
Losmaken: vaak na training Lenigmakende:

Slide 14 - Quiz