M2, spelling 2.8

Doel van deze les:
In deze paragraaf leer je:
• hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt;
• tien dicteewoorden.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doel van deze les:
In deze paragraaf leer je:
• hoe je de verleden tijd van een werkwoord goed spelt;
• tien dicteewoorden.

Slide 1 - Slide

Oefenen HWW/ZWW
Sommige zaken hebben nu hun prijzen aangepast.


Ook fastfoodketens bieden nu gezonde opties aan. 

Slide 2 - Slide

Herhalen afgelopen les
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd
- Leestekens; punt, komma, uitroepteken, vraagteken, aanhalingsteken

Slide 3 - Slide

Zullen we tv kijken een film huren of uitgaan

Slide 4 - Open question

(hopen, worden) Natuurlijk ... ik dat jij heel gelukkig ...

Slide 5 - Open question

Warming up les 2.8
Persoonsvorm verleden tijd
sterk en zwakke werkwoorden

Slide 6 - Slide

Zwak of sterk?
Lijden
A
zwak
B
sterk

Slide 7 - Quiz

Sterk of zwak?

DENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 8 - Quiz

Sterk of zwak?
scoren
A
zwak
B
sterk

Slide 9 - Quiz

Sterk of zwak?
verhuizen
A
sterk
B
zwak

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De hond ... (snuffelen) aan het kleed.
(VT)

Slide 13 - Open question

(slapen) ... je vader nog? (VT)

Slide 14 - Open question

Waarom (lachen) jij niet om die mop? (VT)

Slide 15 - Open question

Schrijf het meervoud op van: biografie

Slide 16 - Open question

Schrijf het meervoud op van: bacterie

Slide 17 - Open question

Schrijf het meervoud op van: zee

Slide 18 - Open question

Sterk / zwakke werkwoorden
Lopen
Fietsen
Appen
Sliden

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Dictee

Slide 21 - Slide

Weektaak
Maak 1.8 1 t/m 9
Maak 2.8 1 t/m 8 + 10

Slide 22 - Slide