What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2024 algemeen en werkwoorden
Quiz
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Quiz
Slide 1 - Slide
Wat is de juiste spelling.....
A
onmiddelijk
B
onmiddellijk
C
onmiddenlijk
D
ommiddelijk
Slide 2 - Quiz
Wat is de juiste spelling....
A
verassing
B
verrasing
C
verrassing
D
verasing
Slide 3 - Quiz
Wat is de juiste spelling...
A
interview
B
intervieuw
C
inteview
D
intervew
Slide 4 - Quiz
Wat is de juiste spelling....
A
sierraad
B
siraad
C
sieraad
D
sieraat
Slide 5 - Quiz
Wat is de juiste spelling van....
A
omelet
B
ommelet
C
ommellet
D
omellet
Slide 6 - Quiz
Wat is de juiste spelling.....
A
solliciteren
B
soliciteren
C
solisiteren
D
solicitteren
Slide 7 - Quiz
Werkwoordspelling
Slide 8 - Slide
Werkwoordspelling.
Welke zin is goed?
A
Hij heeft de boel belazerd.
B
Hij heeft de boel belazert.
C
Hij heeft de boel belazerdt.
Slide 9 - Quiz
Werkwoordspelling.
Welke zin is goed?
A
Gisteren begeleide hij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidde hij de vrouw naar huis.
Slide 10 - Quiz
Werkwoordspelling t.t.
Welke zin is goed?
A
De bejaarde man verstuurt de brief via e-mail.
B
De bejaarde man verstuurd de brief via e-mail.
C
De bejaarde man verstuurdt de brief via e-mail.
Slide 11 - Quiz
Werkwoordspelling
(twee goede antwoorden!)
A
Gisteren verhuisden we naar Waalwijk.
B
Gisteren verhuisten we naar Sprang-Capelle.
C
Gisteren zijn we naar Drunen verhuisd.
D
Gisteren zijn we naar Dronten verhuist.
Slide 12 - Quiz
Vorige week (regenen) het de hele dag. (v.t.)
A
regendde
B
regend
C
regende
D
regent
Slide 13 - Quiz
Gisteren (wachten) ik wel een uur op de trein. (v.t.)
A
wachtte
B
wachte
C
wacht
D
wachten
Slide 14 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
(Worden) .... jij nu 17 of 18?
A
Wordt
B
word
Slide 15 - Quiz
Werkwoordspelling
In welke zin zijn de werkwoorden juist gespeld?
A
Hij erkent dat ze is verandert.
B
Hij erkent dat ze is veranderd.
C
Hij erkend dat ze is verandert.
D
Hij erkend dat ze is veranderd.
Slide 16 - Quiz
Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk of lastig?
A
Vindt
B
Vind
C
Vint
Slide 17 - Quiz
Zij herhaald die werkwoordspelling voortdurend.
A
goed
B
fout
Slide 18 - Quiz
Werkwoordspelling.
(beantwoorden)... je deze laatste vraag wel goed? (t.t.)
A
Beantwoort
B
beantwoor
C
beantwoord
D
beantwoordt
Slide 19 - Quiz
Einde
Slide 20 - Slide
More lessons like this
2022 quiz spelling
September 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Quiz spelling
November 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Quiz spelling
March 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
2022 quiz spelling
May 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling Taak 3
February 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Spelling quiz
March 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling quiz
February 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling quiz
September 2023
- Lesson with
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1