Hoofdstuk 3 Werk en Werkloosheid

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Herhaling Hoofdstuk 2

Les 1

Bereken de i/a-ratio op basis van de volgende gegevens:

Leidt de vergrijzing tot een daling of een stijging van de i/a-ratio?

1. Daling, want er zijn relatief minder actieven
2. Stijging, de ontvangers nemen toe
3. Stijging, de actieven betalen voor meer inactieven
4. Daling, de betalers nemen af

In NL stijgt de AOW-leeftijd. Waarom daalt de i/a-ratio?

1. Actieven dalen, inactieven stijgen
2. Actieven dalen, inactieven dalen
3. Actieven stijgen, inactieven dalen
4. Actieven stijgen, inactieven stijgen

Wat gebeurt er met de i/a-ratio wanneer de leerplicht wordt verhoogd naar 19 jaar

1. De i/a-ratio stijgt
2. De i/a-ratio daalt
3. De i/a-ratio verandert niet

Wat gebeurt er met de i/a-ratio als de arbeidsproductiviteit verdubbelt?

1. De i/a-ratio stijgt
2. De i/a-ratio daalt
3. De i/a-ratio verandert niet

Leerdoelen

1. Voor- en nadelen kunnen noemen van een collectieve arbeidsovereenkomst t.o.v. een individuele arbeidsovereenkomst (voor de werkgevers en werknemers).

4. Het belang van de organisatiegraad van werknemers kunnen uitleggen.

5. Het meeliftersgedrag van niet-vakbondsleden kunnen uitleggen.

CAO

CAO: (Collectieve ArbeidsOvereenkomst ) Een overeenkomst over de arbeidsvoorwaarden die gelden voor iedereen die in het bedrijf of in de bedrijfstak werkt.

• Overeenkomst door onderhandelingen tussen           werkgeversbonden en werknemersvakbonden.
• Betere arbeidsvoorwaarden
  

Organisatiegraad neemt af

Organisatiegraad = aantal (vakbonds)leden : totale aantal werknemers

Dit kan je uitrekenen voor een vakbond, maar ook een bedrijf of land.

Vb: België telde in 1970 een beroepsbevolking van 10mln.

Reken het totale aantal vakbondsleden in België in 1970 uit.

Organisatiegraad is 42% van de beroepsbevolking -> 10mln x 0,42 = 4,2 mln mensen.

Verplicht lid van een vakbond?

CAO geldt voor alle werknemers, maar ook voor diegene die niet lid zijn van een vakbond.

• Free-ridergedrag / meeliftersgedrag
  
• De hoeveelheid georganiseerde werknemer = organisatiegraad

Vb.

Door de vakbond ligt het loon van Peter €25,- per maand hoger.

Lidmaatschap vakbond kost €15,- per maand

Keuzemenu (10 min)

BEKIJK JE LEERDOELENKAART VAN H3

Keuze 1: nog oefenen met Leerdoelen 1, 4 & 5 (lees de stof en uitleg door, maak opdrachten 3.2, 3.3, 3.17, 3.18, 3.19, 3.21

Keuze 2: werk aan leerdoelen 2, 3 & 6 

Wanneer het lidmaatschap van een vakbond verplicht zou zijn...

I kunnen vakbondsleden niet meer voorgetrokken worden tegenover niet-vakbondsleden.

II zijn er in ieder geval geen meelifters meer.

1. Bewering I is juist, bewering II is onjuist
2. Beide bewerkingen onjuist
3. Beide bewerking juist
4. Bewering I is onjuist, bewering II is juist

In een bepaalde bedrijfstak zijn
80 duizend mensen werkzaam, waarvan er 25 duizend aangesloten zijn bij een vakbond.
Wat is in deze bedrijfstak de organisatiegraad?

1. 10%
2. 26,7%
3. 31,3%
4. 67,3%

De afspraken over bijvoorbeeld stijging van het loon gelden ook voor de werknemers die geen lid zijn van een vakbond.

Deze werknemers hebben dus wel de baten (van de cao), maar niet de lasten (contributie vakbond). Dit noemen we?

In een bepaalde bedrijfstak zijn
80 duizend mensen werkzaam, waarvan er 25 duizend aangesloten zijn bij een vakbond.
Wat is in deze bedrijfstak de organisatiegraad?

1. 10%
2. 26,7%
3. 31,3%
4. 67,3%

In een bepaalde bedrijfstak zijn
80 duizend mensen werkzaam, waarvan er 25 duizend aangesloten zijn bij een vakbond.
Wat is in deze bedrijfstak de organisatiegraad?

1. 10%
2. 26,7%
3. 31,3%
4. 67,3%

In een bepaalde bedrijfstak zijn
80 duizend mensen werkzaam, waarvan er 25 duizend aangesloten zijn bij een vakbond.
Wat is in deze bedrijfstak de organisatiegraad?

1. 10%
2. 26,7%
3. 31,3%
4. 67,3%

Afsluiting

1. Voor- en nadelen kunnen noemen van een collectieve arbeidsovereenkomst t.o.v. een individuele arbeidsovereenkomst (voor de werkgevers en werknemers).

4. Het belang van de organisatiegraad van werknemers kunnen uitleggen.

5. Het meeliftersgedrag van niet-vakbondsleden kunnen uitleggen.