Schrijven les 1: paragraaf 5 schrijfdoelen en tekstsoorten paragraaf 8 barbarisme en telegramstijl
Schrijfdoel, tekstsoort, barbarisme en telegramstijl
Welkom allemaal!
De les van vandaag gaat over: - Schrijfdoelen en tekstsoorten - Barbarisme - Telegramstijl
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Schrijfdoel, tekstsoort, barbarisme en telegramstijl
Welkom allemaal!
De les van vandaag gaat over: - Schrijfdoelen en tekstsoorten - Barbarisme - Telegramstijl
Slide 1 - Slide
Schrijfdoel, tekstsoort, barbarisme en telegramstijl
Leerdoelen: - Aan het eind van de les ken je de verschillende schrijfdoelen. - Aan het eind van de les ken je de verschillende tekstsoorten. - Aan het eind van de les kun je een tekst schrijven met een bepaald tekstdoel. - Aan het eind van de les kun je barbarismen en telegramstijl herkennen en verbeteren in je teksten.
Slide 2 - Slide
Welke tekstdoelen ken je nog van leesvaardigheid?
Slide 3 - Open question
Zes schrijfdoelen: - Informeren - Overtuigen/betogen - Overhalen/activeren/aansporen - Amuseren - Emotiveren - Aan het denken zetten/opiniëren/beschouwen
Hoofddoel + bijkomend doel
Slide 4 - Slide
Welke tekstsoorten ken je nog?
Slide 5 - Open question
We kennen drie tekstsoorten:
- Uiteenzetting - Beschouwing - Betoog
Tekstdoel + tekstsoort passen altijd bij elkaar
Hoofdgedachte > elke tekst > nooit een vraag! Hoofdgedachte is anders bij verschillende tekstsoorten.
Slide 6 - Slide
Sleep het tekstdoel naar de tekstsoort
Beschouwing
Betoog
Uiteenzetting
Informeren
Opiniëren
Overtuigen
Activeren
Slide 7 - Drag question
Tekstdoel en tekstsoort moeten passen.
Hoofdgedachte stem je weer af op je tekstdoel + tekstsoort.
Elke tekstsoort kent verschillende tekstvormen.
Slide 8 - Slide
Welke tekstvormen horen bij welke tekstsoort?
Uiteenzetting
Beschouwing
Betoog
Activerende
tekst
Amuserende
tekst
affiche
advertentie
flyer
poster
reclame
recept
wetenschappelijk artikel
handleiding
stripverhaal
mop
kort verhaal
column
column
recensie
ingezonden brief
pamflet
discussiestuk
debat
achtergrondartikel
Slide 9 - Drag question
Welke tekstvorm hoort bij welk tekstdoel?
timer
1:00
Overhalen
Amuseren
Overtuigen
Informeren
Slide 10 - Drag question
Opdracht voor deze week:
Opdracht 12 (verplicht) > hoofdgedachte formuleren bij verschillende tekstsoorten
Slide 11 - Slide
Barbarisme: woorden die vertaald zijn en fout Nederlands zijn > zoek dus 'vreemde' woorden
Nagelnieuw > germanisme > naugelneu > splinternieuw Vroeger of later > anglicisme > sooner or later > vroeg of laat Ik ben akkoord > gallicisme > je suis d`accoord avec > ik ga akkoord met Een gekende voetballer > belgicisme > bekende
Slide 12 - Slide
Autobaan is een voorbeeld van een:
A
anglicisme
B
germanisme
C
gallicisme
D
geen barbarisme
Slide 13 - Quiz
Frontpagina is een voorbeeld van:
A
germanisme
B
anglicisme
C
gallicisme
D
geen barbarisme
Slide 14 - Quiz
Telegramstijl:
Vroeger goed > overbodige woorden weg Reclame = functioneel NOOIT bij officiële teksten
Voorbeeld: Hij vertrouwt dat ik de opgaven kan maken. > Hij vertrouwt erop
Slide 15 - Slide
Welk woord mist hier? Ben verzekert zich dat hij alle spullen ingepakt heeft.
Slide 16 - Open question
Opdrachten voor deze week:
1. Paragraaf 5 tekstdoel + tekstsoort: opdracht 12 (verplicht) > hoofdgedachte formuleren bij verschillende tekstsoorten