Vorming deel 3

Vorming deel 3
Vormen van socialisatie (3)
 1 Primaire socialisatie
 2 Secundaire socialisatie
 3 Tertiaire socialisatie
Identiteit
Aspecten van identiteit (3)
1 Persoonlijke identiteit
2 Sociale identiteit
3 Collectieve identiteit



1 / 13
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Vorming deel 3
Vormen van socialisatie (3)
 1 Primaire socialisatie
 2 Secundaire socialisatie
 3 Tertiaire socialisatie
Identiteit
Aspecten van identiteit (3)
1 Persoonlijke identiteit
2 Sociale identiteit
3 Collectieve identiteit



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

vormen van socialisatie
1 Primaire socialisatie: informeel 
2 Secundaire socialisatie: formeel 
3 Tertiaire socialisatie: anonieme socialisatoren 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een primaire socialisator

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Welke vorm van socialisatie is hier afgebeeld?
A
Primaire socialisatie
B
Secundaire socialisatie
C
Tertiaire socialisatie

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke vorm van
socialisatie
is hier afgebeeld?
A
primaire socialisatie
B
secundaire socialisatie
C
tertiaire socialisatie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Vormen van socialisatie
De 3 vooraanstaande vormen van socialisatie:
  • Primaire = socialisatie tussen mensen die direct met elkaar verbonden zijn. Denk aan het gezin en vrienden (= peergroup). Dit is informeel.
  • Secundaire = vindt plaats in een formele sfeer en dit wordt ook wel het dragen van 'sociale kleren' genoemd. Denk aan school en werk.
  • Tertiaire = vindt plaats door anonieme socialisatoren. Hier heb je niet direct contact mee. Denk aan de media.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Geef de definitie van identiteit

Slide 7 - Open question

Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist ook niet deel van uitmaakt.

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Drie aspecten van identiteit

1 Persoonlijke identiteit: wie ben ik?
2 Sociale identiteit: wie zijn wij? 
3 Collectieve identiteit: hoe zien anderen ons? 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Het beeld dat iemand van zichzelf heeft
Het deel dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.
Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vindt.
Persoonlijke identiteit
Sociale identiteit
Collectieve identiteit

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Friezen lopen op klompen en spreken doorgaans Fries.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Mensen die bij een vereniging horen, kijken vaak meer naar elkaar om, steunen elkaar soms financieel als het nodig is en hebben eigen regels en wetten.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Ik denk dat ik sociaal, vriendelijk en behulpzaam ben. Ik vind mezelf over het algemeen wel een aardig mens.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions