3hv - L6 P1 - 1e naamval en tijdsbepalingen

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

   Deutsch!    

3hv
Les 6 P1

Studienführer

Voorbereiding voor les 6:
maken: Schritt 38


Verwerkingsopdrachten na les 6:

maken: Schritt 39

Lernziele

Schritt 39 - hören:

je kunt gesprekken in het Duts begrijpen (A2)

Grammatik:

1e en 4e naamval (uitbreiding).

Wiederholung

naamvallen

Wij gebruiken bij Duits een schema!

Wanneer gebruiken we de 1e naamval? Voor welke functie?

Het naamwoordelijk deel van het gezegde is ....

1. werkwoorden die in de 1ste naamval staan
2. een zinsdeel dat bij het onderwerp hoort

Elke man is lui.
... Mann ist faul.

1. Jede
2. Jeder
3. Jedes
4. Jeden

Der Anwalt ist in seiner Freizet ... Aktivist.

1. ein
2. eine
3. einen
4. einer

Diese Werbung ist ... irreführende Nachricht (v).

1. ein
2. eine
3. einen
4. einer

Der Vorschlag ist ... Beleidigung (v).

1. ein
2. eine
3. einen
4. einer

Mein Onkel ist ... Klassenlehrer.

1. mein
2. meine
3. meinen
4. meiner

Wo ist (zijn) ..... Tasche?

1. sein
2. seine
3. seiner
4. seines

Wo habt ihr ... (jullie) Sachen?

1. euer
2. eure

Welk kind heeft dyslexie?
... Kind hat Dyslexie?

1. Welch
2. Welches
3. Welche
4. Welchem

Es gibt hier ... (geen) Spinnen!

In Bern befindet sich ... (een) Bärenpark (m).

1. ein
2. eine
3. einer
4. einen

... (het) Bärenpark (m) ist eine Attraktion.

1. Ein
2. Der
3. Die
4. Das

Der Bärenpark (m) ist ... (het) Symbol (o) von Bern.

1. der
2. den
3. die
4. das

... (Dit) Park (m) ist ... ein idealer Platz zum Spielen und Klettern.

1. Der
2. Dieser
3. Jener
4. Dieses

tijdsbespalingen

Jeden Tag (m)...
kijk goed naar het schema. Welke naamval moet dit zijn?

Oude regel:

Tijdsbepalingen  zijn vaak mannelijke woorden

Nieuwe regel:

Tijdsbepalingen ZONDER voorzetsel 

4e naamval

elke maand

1. jeder Monat
2. jedes Monat
3. jedem Monat
4. jeden Monat

vorige herfst

1. letzter Herbst
2. letztes Herbst
3. letzte Herbst
4. letzten Herbst

deze zomer

1. dieser Sommer
2. diesem Sommer
3. diesen Sommer
4. diese Sommer

welke ochtend?

1. Welche Vormittag?
2. Welchen Vormittag?
3. Welchem Vormittag?
4. Welcher Vormittag?