Ch 5 - les 3

1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Vocabulaire

  • Parler
  • Chanson
  • Lire
  • Grammaire

Slide 2 - Slide

Planning
Toets in de toetsweek:
Chapitre 5 woorden/zinnen A B E + gram. D H
+ leesteksten

Slide 3 - Slide

Chapitre 5
  • Ik ken woorden die te maken hebben met vrije tijd.
  • Ik ken de maanden van het jaar.
  • Ik kan mijzelf en anderen beschrijven.
  • Ik kan de passé composé gebruiken.
  • Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken.



Slide 4 - Slide

Vocabulaire 
A +B 

10 minuten op je eigen manier oefenen met de woorden/zinnen



Slide 5 - Slide

Vocabulaire E
Prends ton livre à la page 41.

-Lis les mots et les phrases.
-Écoute bien.
-Répète-les.



Slide 6 - Slide

Parler

Répond aux questions en phrases complètes.



Slide 7 - Slide

Chanson
Claude - Layla

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Lire
Prends ton livre à la page 19.

-On va faire les exercices 10, 11 et 12



Slide 10 - Slide

passé composé

Slide 11 - Slide

passé composé = v.t.t.
Ik heb gelopen.
Mijn vader heeft gevoetbald.
Mijn broer is naar Engeland gegaan.

Slide 12 - Slide

voltooid deelwoord
parler     ->      parlé                               donner     ->   donné
praten              gepraat                          geven               gegeven

                               REGEL:    werkwoord   -  er   +  é  

Slide 13 - Slide

hulpwerkwoord
Om de passé composé te kunnen vormen heb je het hulpwerkwoord  avoir  nodig.
   
    Ik heb een nieuwe fiets gekocht.

Slide 14 - Slide

avoir
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

passé composé
De passé composé bestaat uit drie delen:
persoonlijk voornaamw.  +  hulpwerkwoord + voltooid deelw. 

j'ai parlé
tu as donné
nous avons mangé

Slide 17 - Slide

oefenen

Slide 18 - Slide

(parler)
Tu .... français?

Slide 19 - Open question

(regarder)
Nous ... la télé.

Slide 20 - Open question

(écouter)
Ma mère ... une chanson

Slide 21 - Open question

(manger)
Eva ... des frites.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

devoirs
leren woorden/zinnen A  B 
maken opdr. 16 + 17

Slide 24 - Slide

Chapitre 5
  • Ik ken woorden die te maken hebben met vrije tijd.
  • Ik ken de maanden van het jaar.
  • Ik kan mijzelf en anderen beschrijven.
  • Ik kan de passé composé gebruiken.
  • Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken.



Slide 25 - Slide