Havo4, voltooid deelwoord

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Voltooid deelwoord

HAVO 4

Basisregel (zwakke werkwoorden)

De basisregel voor het voltooid deelwoord voor zwakke werkwoorden is als volgt:

Basisregel (zwakke werkwoorden)

De basisregel voor het voltooid deelwoord voor zwakke werkwoorden is als volgt:

ge + stam + (e)t

Wanneer gebruik je de ‘e’ die tussen haakjes staat?

 Wanneer het anders niet uit te spreken is: wanneer de stam van het werkwoord bijvoorbeeld eindigt op -t/-d of -medeklinker+n.

Scheidbare werkwoorden

Let op! Bij scheidbare werkwoorden komt de ge- tussen het voorvoegsel en de stam te staan. De formule is dan: "voorvoegsel + ge- + stam van het werkwoord + -(e)t". De extra "e" komt er in het geval dat de stam eindigt op -t of -d.

-ieren of ver-, ge- of be-

Eindigt een regelmatig werkwoord in de infinitiefvorm op -ieren of begint het werkwoord met ver-, ge- of be-, dan vervalt bij de vorming van het voltooid deelwoord het standaard voorvoegsel ge-. De formule wordt dan: "stam van het werkwoord + -(e)t".

... du den ganzen Sonntag Minecraft (spielen)?
[spelen]

1. Habst du gespielen?
2. Hast du gespielen?
3. Hast du gespielt?
4. Habst du gespielt?

Wir ... im Unterricht (rechnen).
[rekenen]

1. Wir habt gerechnet.
2. Wir habt gerechnt.
3. Wir haben gerechnt.
4. Wir haben gerechnet.

Es ... gestern (regnen).
[regenen]

1. Es hat geregnet.
2. Es habt geregnet.
3. Es hast geregnt.
4. Es ist geregnet.

Was het tot nu toe moeilijk?

1. JA
2. NEE

Was ... ihr im Urlaub (machen)?
[doen]

Das Flugzeug ... (landen).
[landen]

Mein Vater ... 5 Jahre in Frankreich (arbeiten).
[werken]

... du auf der Party (tanzen)?
[dansen]

... er im Ausland (studieren)?
[studeren]
(Let op!)

Basisregel (sterke werkwoorden)

Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord in het Duits (net als in het Nederlands) op -en.

ge + stam + en

 

Klankwisseling

Helaas krijg je wel te maken met onvoorspelbare klankwisselingen, wat wederom overeenkomt met het Nederlands. Dát de klank verandert van een bepaald sterk werkwoord in het Duits is wel voorspelbaar, de klank zelf helaas niet.

Tip

Belangrijke tip: verandert de klank van het werkwoord in de voltooide tijd in het Nederlands? Dan is dit in het Duits meestal ook zo! Kijk maar:

Je ziet dus, dat wanneer de klank in het Nederlands verandert, dat in het Duits ook zo is. Helaas is het niet altijd dezelfde klank als in het Nederlands.

... ihr die ganze Torte (essen)?
[eten]

1. Hast ihr gegesst?
2. Habt ihr gegessen?
3. Hast ihr gegessen?
4. Habt ihr gegesst?

... du sie gestern noch (sprechen)?
[spreken]

1. Hast du sie gesprecht?
2. Habst du sie gesprechen?
3. Habst du sie gesprecht?
4. Hast du sie gesprochen?

Ihr ... sie gestern (sehen).
[zien]

1. Ihr haben sie geseht.
2. Ihr habt sie geseht.
3. Ihr habt sie gesehen.
4. Ihr haben sie gesehen.

Du ... das Buch doch an Lenne (geben).
[geven]

1. Du hast gegebt.
2. Du habst gegebt.
3. Du haben gegeben.
4. Du hast gegeben.

Was het tot nu toe moeilijk?

1. JA
2. NEE

Er ... sich ein Stück Kuchen (nehmen).
[nemen]

Guus ... gestern zu schnell (fahren).
[rijden]

... du letzte Nacht gut (schlafen)?
[slapen]

Frau Dickhaus ... noch nicht (anfangen).
[beginnen]

Snap je nu het voltooid deelwoord beter?

1. JA
2. NEE