Proefwerkweek 2 VWO3

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Maak voltooid deelwoord van volgende werkwoorden: manger, parler, écouter

Maak voltooid deelwoord van volgende werkwoorden: rougir, finir, partir

Maak voltooid deelwoord van volgende werkwoorden: vendre, attendre, répondre

Maak voltooid deelwoord van volgende onregelmatige werkwoorden: être, avoir, prendre, faire

Maak passé composé (elle, partir)

Maak passé composé (nous, partir)

Maak passé composé (ils, partir)

Maak passé composé (elles, partir)

Kies voor 2 werkwoorden die met être woorden vervoegd

1. parler
2. venir
3. rester
4. rougir

Kies voor 2 werkwoorden die met être woorden vervoegd

1. aller
2. apprendre
3. manger
4. arriver

Kies voor 2 werkwoorden die met être woorden vervoegd

1. danser
2. donner
3. sortir
4. tomber

Kies voor 2 werkwoorden die met être woorden vervoegd

1. monter
2. finir
3. partir
4. dormir

Kies voor 2 werkwoorden die met être woorden vervoegd

1. acheter
2. passer
3. bouger
4. descendre

Kies voor 2 werkwoorden die met être woorden vervoegd

1. retourner
2. revenir
3. faire
4. avoir