Tijdbepaling am, im, um

Leerdoel
Aan het einde van  deze les kun je de tijdbepalingen met de voorzetsels im, am en um toepassen.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoel
Aan het einde van  deze les kun je de tijdbepalingen met de voorzetsels im, am en um toepassen.

Slide 1 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "im"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een maand of een jaargetijde.

Zum Beispiel: Im Sommer haben wir Ferien.
Im August fahre ich mit meinen Eltern nach Frankreich.

Slide 2 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "am"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een dag, datum of een dagdeel.

Zum Beispiel: Meine Oma kommt am Nachmittag zu Besuch.
       Am Sonntag schlafe ich immer aus.
         Ich habe am 25. August Geburtstag. 

Slide 3 - Slide

Tijdsbepaling het voorzetsel "um"
Je gebruikt dit voorzetsel voor een tijdstip. (kloktijd)

Zum Beispiel: Um 12 Uhr hörte ich den Alarm.
                              Der Film beginnt um 20:00 Uhr..

Slide 4 - Slide

Üben!
Je brengt nu de theorie in de praktijk.

Slide 5 - Slide

Hast du ......... Dezember Geburtstag?
A
im
B
um
C
am

Slide 6 - Quiz

........ Donnerstag trainiere ich immer.
A
Im
B
Um
C
Am

Slide 7 - Quiz

Wollen wir uns ......... 20:00 Uhr treffen?
A
am
B
um
C
im

Slide 8 - Quiz

Kommst du ....... Abend vorbei?
A
am
B
um
C
im

Slide 9 - Quiz

Ich fahre .......... August im Urlaub.
A
am
B
um
C
im

Slide 10 - Quiz