2024-04-17 + 19 Biologicals bij reuma

Let op MTX !!
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Let op MTX !!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Regels voor succes:

-  Je bent op tijd in de les.
- Je zorgt dat je de benodigde lesmaterialen bij je hebt           laptop mee
- Je telefoon staat op stil en zit in je tas
- Je tas staat op de grond. 
- Je hebt geen oortjes/koptelefoons.
- Je hebt luistert tijdens de uitleg.
- Je hebt respect voor jouw medestudenten en docent
anders pas ik even op je telefoon 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma & Lesdoelen  

  • Uitleg over MTX  
  • Opdracht maken MTX
  • Mindmap aanvullen
 
Lesdoelen:
- Ik kan uitleggen hoe een auto-immuunziekte ontstaat
- Ik  weet waarop ik extra alert moet zijn bij een uitgifte met methotrexaat
- Ik kan de werking van methotrexaat uitleggen
- Ik kan uitleggen waarom foliumzuur als preventiefmiddel naast methotrexaat wordt gegeven.
- Ik weet wat biologicals zijn en hoe ze werken.
- Ik kan voorbeelden noemen van biologicals bij reuma





 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Link

Reumatoïde artritis is een auto-immuunziekte.  De diagnose reumatoïde artritis kan meestal pas na een aantal weken worden gesteld, omdat het beloop in het begin vaak onduidelijk en atypisch is. Criteria,: pijnklachten gedurende een aantal weken, ochtendstijfheid, artritis in drie of meer gewrichten, aanwezigheid van reumafactor en erosieve afwijkingen op röntgenfoto's van handen en voeten. Het doel van de behandeling is het in remissie brengen van de aandoening en het voorkómen van gewrichtsschade. De NVR-richtlijn Reumatoïde artritis adviseert zo snel mogelijk te starten met een DMARD= Disease-Modifying Anti Rheumatic Drugs
Omdat het effect van deze middelen geleidelijk intreedt, worden ook wel corticosteroïden in een overbruggingsschema toegevoegd,
Verder worden vooral in de beginfase van de ziekte NSAID's geadviseerd, wanneer de patiënt nog niet is ingesteld op een DMARD. Klassieke DMARD's zijn leflunomide, methotrexaat en sulfasalazine; minder gebruikte DMARD's zijn azathioprine, ciclosporine en hydroxychloroquine. 
Methotrexaat is middel van eerste keus voor het merendeel van de patiënten, met standaard foliumzuursuppletie. Bij starten wordt het indien mogelijk met glucocorticoïden gecombineerd ter overbrugging. Bij contra-indicatie of intolerantie voor methotrexaat worden leflunomide of sulfasalazine overwogen. Bij onvoldoende verbetering na 3 maanden of wanneer het behandeldoel na 6 maanden niet is bereikt, kan er geswitcht worden naar een ander klassiek DMARD of kan dit aan de behandeling worden toegevoegd.
Indien het behandeldoel niet is bereikt met een klassiek DMARD, wordt behandeling met een biological DMARD aanbevolen. Na falen van een biological DMARD wordt switchen naar een ander biological (inclusief een tweede TNF-alfa-antagonist) aanbevolen.

Wat is een auto-immuunziekte?
A
Een aandoening waarbij het immuunsysteem eigen lichaamscellen aanvalt.
B
Een aandoening waarbij het immuunsysteem niet werkt, lichaamscellen worden niet herkent
C
Een ziekte die wordt veroorzaakt door bacteriën.
D
Een ziekte die wordt veroorzaakt door virussen.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Tot welke farmaceutische groep behoort methotrexaat ?
A
1e generatie DMARD’s
B
Immunosuppressiva
C
TNF-α-remmers
D
Overige antireumatica

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een wekelijkse dosering van methotrexaat wordt toegepast bij?
A
auto-immuunziekten
B
oncologische aandoeningen
C
reuma
D
borstkanker

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Methotrexaat


  • Dosering:
    - wekelijks in een lage dosering (tot 30 mg)→ psoriasis, reumatoïde artritis
    - dagelijks in een hoge dosering→ kanker

  • Wat betekent dit voor de praktijk?
    - indicatie op het recept
    - extra controle door de apotheker voor afgifte

  • Foliumzuurantagonist→ ter voorkoming van
       bijwerkingen, dien je foliumzuur gebruiken.
       Tenminste 24 uur tussen beide gnm. 


Slide 8 - Slide

We hebben de begrippen agonist en antagonist gehad. Wat denk jij dat een foliumzuurantagonist doet?
Bij dit middel is het erg belangrijk dat het in combinatie met foliumzuur gegeven wordt. Foliumzuur speelt namelijk een belangrijke rol in de aanmaak van cellen in ons lichaam. Methotrexaat is een foliumzuurantagonist en dat zorgt er dus voor dat foliumzuur geremd wordt en er zo dus problemen ontstaan in de celdeling.
Het is belangrijk om foliumzuur de dag na methotrexaat te geven. Wanneer het namelijk tegelijkertijd met methotrexaat gegeven wordt, wordt de extra foliumzuur ook geremd. Het heeft dan geen nut. Er zou dan bloedarmoede kunnen ontstaan.

Medicatiebewaking bij MTX
Methotrexaat (MTX) sterk werkend bij veel verschillende aandoeningen. Nadeel van het sterke effect is dat het mogelijk veel bijwerkingen geeft.  
Daarnaast het MTX een smalle therapeutische breedte.  

Bloedcontroles nodig ivm de bijwerkingen. 

Zoek op Kennisbank : de MFB Foliumzuur met MTX


Slide 9 - Slide

Voor welke aandoeningen kan MTX gebruikt worden?
Wat is een nadeel van een smalle therapeutische breedte?
Nakijken van de opdracht 
Afkortingen en recepteisen

Pak je antwoorden erbij. 
Zelf aan de slag met een opdracht
 "Alertheid bij MTX"  

timer
30:00
Durf je vragen te stellen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1) Voor het gebruik van MTX wordt een onderscheid gemaakt in 2 soorten ziekten. Welke zijn dat en noem van elk een voorbeeld.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

2) Hoe kan je aan een recept zien waarvoor het gebruikt moet worden?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

3) Ook aan de dosering zou je kunnen zien voor welke soort ziekte MTX wordt gebruikt. Hoe kan je dit zien?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

4) Hoe werkt MTX globaal?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

5) Waarom wordt er foliumzuur gebruikt bij MTX? En waarom mag dat niet op dezelfde dag worden ingenomen?

Slide 15 - Open question

MTX werkt op dezelfde plek als foliumzuur, competitie
Wat weet jij nu over MTX?
Vul je mindmap aan

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Biologicals
bij reuma

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

https://www.medicijnen.nl/het-immuunsysteem-hoe-werkt-dat-eigenlijk
Als jij het meest ideale geneesmiddel zou
moeten maken, welke eigenschappen
zou dit geneesmiddel hebben?

Slide 19 - Open question

Wat zijn de eigenschappen van een ideaal geneesmiddel?
Neem de oorzaak van de ziekte weg (causale therapie)
Geeft geen bijwerkingen, beïnvloedt geen andere organen/lichaamscellen. 
Biologicals
Biologicals bevatten een eiwit, de werkzame stof is gemaakt door een levend organisme of is afkomstig van een levend organisme. 


Biologische medicijnen onderdrukken de werking van je afweersysteem. Ze remmen de eiwitten die ervoor zorgen dat er een ontsteking ontstaat, zoals TNF of interleukines. Of de cellen die deze eiwitten maken (de T- en B-cellen).

Slide 20 - Slide

Biologicals worden meestal voorgeschreven aan patiënten met matige tot ernstige reumatoïde artritis die niet reageren op traditionele behandelingen.

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Voorbeelden van biologicals
Sinds een aantal jaren worden de TNF-a-antagonisten adalimumab, etanercept en infliximab veelvuldig ingezet bij de behandeling van reumatoïde artritis 
Intussen is het aantal indicaties waarvoor deze middelen kunnen worden gebruikt, aanzienlijk uitgebreid. 
Ze kunnen ook gebruikt worden bij 
- ziekte van Crohn            infliximab
- colitis ulcerosa            etanercept en infliximab
- psoriasis             infliximab


Slide 22 - Slide

Ziekte van Crohn =infliximab
Biologicals kunnen de symptomen van reuma verminderen en de progressie van de ziekte vertragen, maar ze zijn duur en kunnen bijwerkingen hebben.

Bijwerkingen van biologicals
Omdat je een biologisch medicijn via infuus of onderhuidse injectie toedient, geeft dit soms klachten van de huid op de plaats van de injectie. Denk aan roodheid, zwelling, jeuk, een blauwe plek of pijn.

- Verhoogde gevoeligheid voor infecties   
- Maag- en darmklachten
- Hoofdpijn
- Duizeligheid
- Vermoeidheid
- Een tekort aan witte bloedlichaampjes
- Leverenzymafwijkingen

Slide 23 - Slide

Aangezien je je immuunsysteen ondrukt levert dit helaas ook bijwerkingen op. 
Verhoogde gevoeligheid voor infecties bijv: luchtweginfectie, blaasontsteking, gordelroos
Soms ontstaat er op de plaats van de injectie pijn of een rode plek. Vooraf en achteraf koelen van de injectieplaats kan klachten verminderen. Daarnaast is het belangrijk om de injectiespuit of injectiepen met de biological ongeveer dertig minuten voor het injecteren uit de koelkast te halen. Een koude injectie toedienen is vaak pijnlijker dan een injectie op kamertemperatuur. Als de ene biological niet werkt, dan is er nog steeds een goede kans dat de volgende wel werkt.

Slide 24 - Link

This item has no instructions

Slide 25 - Link

This item has no instructions

Slide 26 - Link

This item has no instructions

Nakijken van de opdracht 
Afkortingen en recepteisen

Pak je antwoorden erbij. 
Beantwoord de volgende vragen
 

timer
20:00
- Wat is een biological?
- Waarin onderscheid een biological zich ten opzichte van een klassiek geneesmiddel?
- Biologicals worden vaak gebruikt bij auto-immuun ziekten. Welke auto-immuun ziekten ken je? En hoe werken biologicals daartegen?
Wat is het voordeel van biologicals en wat zijn de nadelen?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

Mocht je nog wat extra uitleg willen over het immuunsysteen, bekijk dan het filmpje. Of eerder klaar zijn..
Vanaf 10.30 uitleg over biologicals.

Vraag 1 Wat is een biological?

Slide 29 - Open question

Grote complexe eiwitten
Vraag 2 Waarin onderscheid een biological zich ten opzichte van een klassiek geneesmiddel?

Slide 30 - Open question

 Heel groot en niet chemisch gemaakt
Vraag 4 Biologicals worden vaak gebruikt bij auto-immuun ziekten. Welke auto-immuun ziekten ken je? En hoe werken biologicals daartegen?

Slide 31 - Open question

RA, psoriasis, , Chron, cu, aastma, allergie,
Binden aan ontstekingseiwit

Vraag 9 Wat is het voordeel van biologicals en wat zijn de nadelen?

Slide 32 - Open question

Weinig IA’s geen controle
Afweer onwerkzaam door onderdrukking afweersysteem
Allergie-> groep huis, anafylactische shock.
Duur injectie

Informatorium 
Je hebt nieuwe kennis over biologicals opgedaan. 
Kun jij met deze kennis de tekst in het Informatorium beter begrijpen?


DMARD's zijn te verdelen in klassieke DMARD's (ook wel ‘conventional synthetic DMARD’s oftewel csDMARD’s genoemd), 'targeted synthetic DMARD's' (tsDMARD's) en 'biologicals' (ook wel ‘biological DMARD’s’ oftewel bDMARD’s genoemd). 'Biologicals' zijn ontwikkeld voor specifieke doelgerichte therapie die de werking van lichaamseigen stoffen (pro-inflammatoire cytokinen) kan nabootsen of beïnvloeden. Het zijn monoklonale antilichamen of fusie-eiwitten, opgewerkt tegen immuunmediatoren, immuunreceptoren of immuuncellen en/of oplosbare immuunreceptoreiwitten, die worden geproduceerd met behulp van biotechnologische technieken. 'Biologicals' zijn onder andere abatacept, anakinra, de monoklonale antilichamen en de TNF-α-antagonisten. De JAK(januskinase)-remmers (baricitinib, filgotinib, tofacitinib en upadacitinib) zijn ook geregistreerd bij reumatoïde artritis, en worden gerekend onder de tsDMARD’s.

Slide 33 - Slide

Studenten dienen de samenvattingskaart te lezen.  Zij gaan daarna met elkaar in gesprek over wat de goede/foute antwoorden zijn. Zij dienen hun antwoorden te motiveren, zoals zij ook aan patiënten dienen te motiveren. 
Ze dienen op zoek te gaan naar antwoorden>  speurneuzen/uitzoeken.

Evaluatie: wat vond je van deze les?
Ik vond de lesstof erg lastig.
Ik vond de uitleg duidelijk en kan nu uitleggen wat biologicals zijn
Ik vond de les erg saai en ben in slaap gevallen.
Eigen mening, namelijk......

Slide 34 - Poll

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions